enz. zal flink stijgen als u direct weer begint te werken
nadat de batterij vervangen is, hetgeen uiteindelijk
kan resulteren in doorbranden van de machine.
OPMERKING
Raak de afscherming niet aan, aangezien deze zeer
heet zal worden bij continu gebruik.
2. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
snelheidsregelaar
Deze regelaar is voorzien van een ingebouwd,
elektronisch circuit waarmee het toerental traploos
kan worden ingesteld. Hierdoor kunnen, wanneer de
trekschakelaar slechts een beetje wordt overgehaald
(laag toerental) en de motor gestopt wordt terwijl u
een schroef aan het indraaien bent, onderdelen van
het elektronisch circuit oververhit en beschadigd
raken.
3. Gebruik de juiste vastdraaitijd voor de schroef
Het juiste aantrekkoppel voor een schroef varieert
met het materiaal en de grootte van de schroef, en
het materiaal waarin de schroef vastgedraaid wordt.
Dus gebruik de juiste vastdraaitijd voor de schroef.
In het bijzonder als bij het vastdraaien van schroeven
kleiner dan M8 schroeven een lange vastdraaitijd
wordt gebruikt, bestaat het gevaar dat de schroef
breekt. Zorg er daarom voor dat u de vastdraaitijd en
het aantrekkoppel van te voren kontroleert.
4. Zet de bout met het juiste aantrekkoppel vast
Het optimale aantrekkopel van moeren en bouten
hangt af van het materiaal en formaat van de moeren
en bouten. Een buitensporig groot aantrekkoppel voor
een kleine bout kan resulteren in rekken of breken
van de bout. Het aantrekkoppel is groter naarmate de
bedrijfstijd
langer
wijzerplaatinstelling en vastdraaitijd voor de bout.
5. Vasthouden van het gereedschap
Houd het gereedschap met uw handen. De sleutel
moet in dit geval in lijn zijn met de bout.
Het is niet noding hard tegen de sleutel te drukken.
Druk zodaning dat er net wordt gecompenseerd voor
de kracht van de machine.
6. Controleren van het aantrekkopper
De volgende faktoren dragen bij tot een vermindering
van het aantrekkoppel. Controller, daarom het vereiste
aantrekkoppl door van de te voren en aantal bouten
met een handberdiende momentsleutel vast te
draaien. Fadtoren die een invloed hebben op het
aantrekkoppel.
(1) Voltage
Als de marge van ontladen wordt bereikt, neemt net
voltage af en vermindert het aantrekkoppe.
(2) Bedrijfstijd
Het aantrekkoppel is groter als de bedrijfstijd langer
is. Bij een bepaalde waarde zal het aantrekkoppel
echter niet meer groter worden, ook al wordt het
gereedschap langer gebruikt.
(3) Diameter van de bout
Het aantrekkoppel hangt af van de diameter van de
bout. Over het algemeen heeft een bout met een
grotere diamter een groter aantrekkoppel.
(4) Omstandigheden bij het vastdraaien
Het aantrekkoppel verschilt afhankelijk van de
koppelverhouking, d.w.z. klasse en lengte van de
bouten (zelfs als bouten met hetzelfde formaat
schroefdraad worden gebruikt). Het aantrekkoppel
zal ook verschillen afhankelijk van de konditie van
het mataal waardoor de bout moet worden gedraaid.
is.
Gebruik
de
juiste
(5) Gebruik van los verkrijgbare toebehoren (Slagsleutel)
Het aantrekkoppel is wat lager als een verlengstaaf,
kogelgewrichtverbinding of lange bus wordt gebruikt.
(6) Speling van de bus (Slagsleutel)
Een versleten of vervormde zeskant of vierkante bus
zal niet goed op de moer of het draaistuk passen,
hetgeen resulteer in een lager aantrekkoppel.
Het gebruik van een bus die met de bout overeenkomz
zal resulteren in een te laag aantrekkoppel.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Kontroleren
van
(Slagschroevendraaier)
Het gebruik van een gebroken of versleten schroef-
stuk is gevaarlijk, omdat het schroefstuk dan kan
slippen. Vervang het schroefstuk.
2. Inspectie van de bus (Slagsleutel)
Een versleten of vervormde zeskante of vierkante
bus zal niet meer goed op de moer of het draaistuk
passen, hetgeen resulteert in een lager aantrekkoppel.
Controleer de slijtage van de gaten in de bussen
regelmatig en vervang de busen op tijd door nieuwe.
3. Inspectie van de bevestigingsschroef
Alle bevestigingsschroeven moeten regelmatig
geïnspecteerd en gecontroleerd worden of zij juist
aangedraaid zijn. Wanneer één van de schroeven
losraakt, dan moet deze onmiddellijk opnieuw
aangedraaid worden. Gebeurt dat niet, dan kan dat
tot aanzienlijke gevaren leiden.
4. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het „hert" van het electrishce
gereedschap.
Er moet daarom bijzonder zorgvuldig op gelet worden,
dat de wikkeling niet beschadigd en/or met olie or
water bevochtigd wordt.
5. Inspectie van de koolborstels (Afb. 13)
In de motor zijn koolborstels gebruikt, die onderhevig
zijn aan slijtage. Omdat een te ver versleten
koolborstel kan leiden tot problemen met de motor,
dient u de koolborstel te vervangen door een nieuwe
wanneer deze tot aan of tot bij de „slijtagelimiet" P
versleten is. Bovendien moeten de koolborstels altijd
schoon zijn en zich vrij in de borstelhouders kunnen
bewegen.
OPMERKING
Verzeker u ervan dat u de Hitachi koolborstel code
no. 999054 gebruikt, wanneer u de koolborstel
vervangt.
6. Het wisselen van de koolborstel
Neem de koolborstel uit door eerst de kap van de
borstel te verwijderen en vervolgens een
schroevendraaier of iets dergelijks in het uitsteeksel
van de koolborstel R te haken, zoals te zien is in Afb.
15.
Als u de koolborstel intalleert, moet u de richting zo
kiezen dat de nagel van de koolborstel Q overeenkomt
met het contactgedeelte buiten de borstelbuis S.
Duw de koolborstel vervolgens naar binnen met uw
vinger, zoals te zien is in Afb. 16. Doe vervolgens de
kap van de borstel weer terug.
LET OP
U moet echt de nagel van de koolborstel in het contact-
gedeelte buiten de borstelbuis passen. (U mag om
het even welk van de twee meegeleverde nagels
gebruiken.)
Nederlands
het
schroefstuk
40