All manuals and user guides at all-guides.com
Fig. 2
4
Decimaal punt van stroom en/of
residuele warmte-indicator*.
5
Directe toegang tot de "Stroom"
functie.
6 Activering sensor voor "Blokkeren"
functie.
7 Piloot controlelampje "Blokkeren"
functie ingeschakeld*.
8 Activering sensor voor "Blokkeren"
functie.
9
Piloot controlelampje "Stop&Go"
functie ingeschakeld*.
10 "Min" sensor voor timer.
11 "Plus" sensor voor timer.
12 Timer controlelampje*.
13 Algemene "uit" sensor.
14 Activering sensor voor "Synchroni-
satie" functie. (naargelang het model).
15 Activering sensor voor "Flex Zone"
functie. (naargelang het model).
16 Activering sensor voor "iCooking"
functies.
17 Piloot controlelampje "Warmhou-
den" functie ingeschakeld*.
18
Piloot controlelampje "Smelten"
functie ingeschakeld*.
19 Piloot controlelampje "Sudderen"
functie ingeschakeld*.
20 Piloot controlelampje "iQuickBoi-
ling" functie ingeschakeld*.
21
Piloot controlelampje "Syn-
chronisatie" of "Flex zone" functie
ingeschakeld*.
22 Activering sensor voor "iQuick-
Boiling" functie.
OPMERKING: * Alleen zichtbaar
indien ingeschakeld.
Opdrachten worden uitgevoerd met de
aanraaktoetsen. Deze worden op het
toetsenpaneel aangegeven.
U hoeft geen kracht te zetten op het
glas. Lichtjes aantoetsen met de vin
ger over de aanraaktoets is voldo-
ende om de gewenste functie in te
schakelen.
Met de schuiftoets (2) kan het vermo-
gen ingesteld worden (0- 9 en P) door
de vinger over de toets te slepen of
schuiven. Als u naar rechts schuift
wordt het vermogen groter, naar links
kleiner.
U kunt ook direct een bepaald vermo-
gen selecteren door het desbetreffen-
de punt op de schuiftoets aan te raken.
Bij deze modellen wordt de kookzone
direct geselecteerd als u DE VERMO-
GENSINDICATOR AAN TOETST (3).
INSCHAKELEN VAN HET APPA-
RAAT
De eerste keer dat de kookplaat
aan gesloten wordt op de voeding
(of na een stroomonderbreking) is
de blokke erfunctie ingeschakeld
(lampje 10 brandt). In dit geval moet
u de blokke- ring uitschakelen om de
kookplaat te kunnen inschakelen, door
op aanraak- toets
(6) te drukken tot
het lampje (7) dooft.
1 Tik de aan-/uittoets minstens één
seconde aan
(1).
De aanraaktoetsen zijn geactiveerd en
alle vermogensindicatoren (3) geven 0
aan. Als een kookzone heet is, geeft
de desbetreffende indicator achtereen
volgens H en 0 aan.
Zodra de besturing is ingeschakeld,
moet u binnen 10 seconden één van
de kookzones inschakelen, anders
zullen de aanraaktoetsen automatisch
uitschakelen.
Als de aanraaktoetsen ingeschakeld
zijn, kan deze op elk gewenst moment
uitschakelen met de algemene aan- /
uittoets
(1) zelfs als het apparaat
geblokkeerd is (zie paragraaf "Blokke-
ren van de toetsen van de kookplaat").
De aanraaktoets
(1) heeft altijd
voorrang bij het uitschakelen van de
aanraaktoetsen.
INSCHAKELEN VAN DE KOOK-
ZONES
Zodra de aanraaktoetsen zijn inges-
chakeld met toets
(1) kunt u de
gewenste kookzones inschakelen.
Hiervoor doorloopt u de volgende
stappen:
1 Kies de kookzone met de desbetref
fende aanraaktoets (3). Dat wil zeg-
gen dat u met de vinger het cijfer
aantikt. Als het glas warm is, zal
achtereenvolgens H en 0 weerge-
geven worden. Het decimale punt
rechts van het cijfer gaat branden,
dit geeft aan dat de kookzone gese-
lecteerd is.
2 Kies met de schuiftoets (2) een
kookstand tussen 0 en 9.
Zo lang de kookzone geselecteerd is,
ofwel zolang het decimale punt brandt,
kunt u het vermogen wijzigen.
UITSCHAKELEN VAN EEN KOOK-
ZONE
De kookzone kan uitgeschakeld wor-
den door het vermogen te verlagen
tot 0. Hiervoor moet de kookzone
eerst geselecteerd worden (decimaal
punt brandt).
Ze kan ook worden uitgeschakeld via
de overeenstemmende "uit" sensor
(13).
Bij het uitschakelen van de kookzone
verschijnt een H in de desbetreffende
vermogensindicator als het glazen
oppervlak van de desbetreffende
kookzone heet is en er risico op brand-
wonden bestaat. Als de temperatuur
daalt, zal deze indicatie verdwijnen
NL
47