Schroef de gehele bovenzijde los, inclusief verloopstuk, waardoor de
bestaande overdrukmodule wordt blootgelegd.
Voor het vervangen of verwijderen van een complete overdrukklep, moet
eerst de pomp worden verwijderd zoals beschreven onder
'Membraanpomp'. Kantel vervolgens de cilinderhouder en schuif deze in
de richting van pijl 5 (Fig.15). Maak de klemmen van de overdrukklep los
in de richting van pijl 6. Draai de 3 moeren op de overdrukklep los,
verwarm de leiding en trek deze voorzichtig weg. De posities moeten
gemerkt worden.
11. STORING-ZOEKEN
STORING
1. De inrichting sproeit niet
2. Spuitopening (Fig.12) sluit
niet geheel af of lekt
3. Chemische stof loopt uit
voedingseenheid
4. Eenheid onder druk met
uitgeschakeld vacuüm
5. Chemische stof lekt in de
vacuümleiding
12. TECHNISCHE GEGEVENS
Voedingsbron
Chemisch verbruik
Luchtverbruik
Sproeidruk
OORZ
K
a. Vacuümpomp niet ingeschakeld
b. Vacuümleiding niet luchtdicht
c. Verstopte vacuümtoevoerleiding (E)
d. Chemisch reservoir is leeg
e. Inlaatfilter (D) geblokkeerd
f. Drukleiding (F) geblokkeerd
g. Spuitopening TS/415 geblokkeerd
h. Ongeschikte chemicaliën gebruikt
i.
Pomp JS/2004 defect
j.
Stuurklep TS/425 defect
k. Overdrukklep JS/2006 defect
a. Lucht in drukleiding (F)
b. Regelklep TS/405 vuil of beschadigd
a. Losse verbindingsmoer
b. Defecte pomp of overdrukklep
Overdrukklep defect
Overdrukklep of pomp defect
Vacuüm 12-15 in Hg (40-50 kPa)
8-14 ml/s per pistole
50 l/min (1,8cfm atmosferische
lucht @ 50kPa)
50 psi (3,4 Bar) @ 46 kPa (13.5 in Hg)
VERDEELSTUKCONSTRUCTIE
van een inklinkkoppeling op de rand van de kastbasis bevestigd (Fig.10),
en kan ingeval van beschadiging worden vervangen. Draai de vier
moeren af en verwijder de leidingen. Trek vacuümleiding ' ' naar buiten
en snij vacuümleiding 'B' (Fig.6) dichtbij de rubberbus los, aangezien
deze voor vervoer is vastgelijmd. Til het verdeelstuk middels
hefboomwerking van de kastbasis en vervang hem door een nieuwe unit.
Leidingen ' ' en 'B' hoeven alleen maar te worden ingedrukt.
OPLOSSING
a. Vacuümpomp inschakelen
b. Controleer of vacuüm de voedingseenheid
bereikt door toevoerleiding uit te trekken en
met vinger te testen. Controleer of
vacuümleidingadapter goed geïnstalleerd is
c. Controleren op kinken en strakke kabelbandjes
d. Reservoir vullen
e. Filter reinigen
f. Deblokkeren, controleren op verstopping,
kinken en strakke kabelbandjes
g. Spuitopening demonteren en reinigen Fig.12
h. Overgaan op goedgekeurd
speendesinfecterend middel
i.
Pomp controleren en repareren of vervangen
j.
Klep controleren en repareren of vervangen
k. Klep controleren en reinigen of vervangen
a. Ontluchten zoals beschreven onder "Voor het
eerst starten"
b. Klep reinigen of vervangen
a. Lek opsporen en moer aanhalen
b. Onderdelen controleren, repareren of
vervangen
Repareren of vervangen
Vacuümleiding onmiddellijk loskoppelen en van
plug voorzien. Defecte onderdelen repareren of
vervangen.
Max. aant. tegelijk te gebruiken pistolen
Max. aant. pistolen per voedingseenheid
Max. lengte van drukleiding
17
JS/2008 Het verdeelstuk is met behulp
3
50
25 m