Aanwijzing
Voorkom dat de levensmiddelen
de achterwand raken. Anders wordt
de luchtcirculatie verminderd.
Levensmiddelen of verpakkingen kunnen
aan de achterwand vastvriezen.
Let op de koudezones
in de koelruimte
Door de luchtcirculatie in de koelruimte
verschillen de koudezones:
Koudste zone
■
is in de binnenruimte tegen
de achterwand en in het verskoelvak
Afb. !/13
Aanwijzing
In de koudste zones gevoelige
levensmiddelen opslaan zoals vis,
worst en vlees.
De warmste zone
■
bevindt zich helemaal bovenaan
in de deur.
Aanwijzing
Bewaar in de warmste zone bijv.
harde kaas en boter. Kaas kan zo zijn
aroma verder ontwikkelen en de boter
blijft goed smeerbaar.
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt
de koelruimte ca. 15 uur zo koud
mogelijk gekoeld. Hierna wordt
automatisch omgeschakeld naar de vóór
het superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
vóór het inladen van grote
■
hoeveelheden levensmiddelen.
om dranken snel te koelen.
■
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is
ingeschakeld
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
In- en uitschakelen
Afb. "
Super-toets koelruimte 9 indrukken.
De toets brandt als
het superkoelsysteem is ingeschakeld.
Diepvriesruimte
De diepvriesruimte gebruiken
voor het opslaan van
■
diepvriesproducten,
om ijsblokjes te maken,
■
om levensmiddelen in te vriezen.
■
Aanwijzing
Let erop dat de deur van
het diepvriesruimte goed gesloten is! Bij
een open deur ontdooien de
diepvrieswaren. In de diepvriesruimte
vormt zich veel ijs. Bovendien:
energieverspilling door te hoog
stroomverbruik!
nl
89