*
Voor meer informatie over elk gereedschap, neemt u
contact op met een erkend HiKOKI Servicecentrum.
SELECTEER DE BEDRIJFSMODUS
Door het indrukken van de omschakelingsknop kunt u de
draaisnelheid en automatische stopfunctie selecteren.
○ Draaisnelheid (lage stand/normale stand) (Afb. 12)
Selecteer de lage stand of de normale stand en bedien
het gereedschap op de geselecteerde snelheid.
○ Automatische stopstand (aan/uit) (Afb. 13)
Dit product is uitgerust met een automatische stopfunctie
voor ondersteuning van continu boren. De functie heeft
een geheugenstand voor het opslaan van de werktijd
voor boren van inschakelen tot uitschakelen, en een
automatische stopstand die automatisch de motor stopt
vanaf de tweede keer boren en verder als het werk de
opgeslagen werktijd overschrijdt terwijl de schakelaar op
AAN staat.
AUTOMATISCHE STOPFUNCTIE
Als u de knop in de selectiestand langer dan twee seconden
ingedrukt houdt, wordt er overgeschakeld naar de
geheugenstand. (Afb. 13)
(Op hetzelfde moment zal het lampje van de automatische
stoplamp knipperen.)
Voer boren uit wanneer de auto stop indicator knippert.
De tijd tussen het in- en uitschakelen wordt door het
gereedschap opgeslagen.
(Op hetzelfde moment zal het lampje van de automatische
stoplamp oplichten.)
Voer boren uit wanneer de auto stop indicator knippert.
Continu boren is mogelijk omdat de geheugenopslagtijd
zal worden opgeslagen door het gereedschap totdat de
automatische stopstand van de automatische stopfunctie
wordt geannuleerd.
De automatische stopfunctie wordt geannuleerd door
nogmaals langer dan twee senconden op de omschakelaar
te drukken.
(Op hetzelfde moment zal het lampje van de automatische
stoplamp uitschakelen.)
LET OP
○ Schakel het gereedschap IN zodra u de punt van het
gereedschap op het werkmateriaal plaatst.
○ De draaisnelheid en het niveau waarop de schakelaar
wordt ingedrukt tijdens het boren is niet in het geheugen
opgeslagen.
○ Voer tijdens de automatische stopstand het boren in één
keer volledig uit.
○ De motor zal stoppen, zelfs wanneer u uitschakelt binnen
de opslagtijd van het geheugen.
○ Wanneer u uitschakelt binnen de opslagtijd van het
geheugen, zal het tellen worden gereset. Als u een taak
opnieuw bewerkt waarbij een gat gedeeltelijk is geboord,
wordt de opslagtijd voor het geheugen volledig opnieuw
geteld.
○ De automatische stopfunctie blijft actief totdat deze
wordt geannuleerd.
REACTIEVE KRACHTREGELING
Dit product beschikt over een 'Reactive Force Control (RFC)'
functie die het schokken van het apparaat vermindert.
Als het gereedschap bit plotseling wordt overbelast, wordt
elke schokken van het gereedschap lichaam verminderd
door activering van de slipkoppeling of door het stoppen van
de motor door de ingebouwde sensor in de machine lichaam.
Als de motor stopt, omdat de regelunit overbelasting
detecteert, dan gaat het lampje op het beeldscherm
knipperen zolang als aan de schakelaar wordt getrokken.
Het lampje blijft bovendien nog ongeveer drie seconden
knipperen nadat de schakelaar is losgelaten. De motor blijft
buiten werking zolang het lampje knippert. (Afb. 16)
Omdat het kan voorkomen dat de RFC functie niet in
werking treedt of onvoldoende functioneert, afhankelijk van
de werkomgeving en de werkomstandigheden, verdient het
aanbeveling om de beitelpunt nooit plotseling te overbelasten.
● Mogelijke oorzaken van plotselinge overbelasting
Boorbeitel bijt zich vast in het materiaal
Impact tegen spijkers, metaal of andere harde
voorwerpen
Taken die wrikken of overmatige toepassing van druk
bevatten, enz.
Ook andere oorzaken, zoals een combinatie van de
bovengenoemde.
● Wanneer de reactieve krachtregeling (RFC) wordt
ingeschakeld
Wanneer de RFC wordt ingeschakeld en de motor
stopt, schakel de gereedschapsknop uit en verwijder de
oorzaak van de overbelasting voordat u verder gaat.
OVER DE BESCHERMINGSFUNCTIE
Dit gereedschap heeft een ingebouwd beveiligingscircuit
om schade aan het apparaat te voorkomen in geval van een
probleem. Afhankelijk van het volgende zullen het displaylampje
en het indicatielampje knipperen en de unit zal ophouden met
werken. Verifi eer het probleem dat door het knipperen wordt
aangeduid en voer de nodige stappen uit om het probleem
te corrigeren.
Druk de omschakelaar in wanneer er niet aan de knop wordt
getrokken.
Omschakelaar
Displaylampje
49
Nederlands
Afb. 16
Indicatielampje
Afb. 17