Livemodus inschakelen
De standaardmodus van het apparaat is de zogenaamde livemodus.
In deze modus worden opnamen geactiveerd door de bewegings-
sensoren
,
. Zet de moduskeuzeschakelaar
in de stand
7
6
18
"ON" om de livemodus in te schakelen. Na 15 seconden dooft
de rode LED van de Gereedindicator
, daarna werkt de camera
2
zelfstandig en schakelt om te beginnen over naar de stand-bymodus.
Zodra wild of iets dergelijks zich direct in het waarnemingsgebied
van de centrale sensorzone begeeft, start de camera afhankelijk van
NL
BE
de opgegeven instellingen met het maken van foto- en/of video-
opnamen.
Als wild van opzij in het waarnemingsgebied van de zijwaarts
gerichte bewegingssensoren
komt, nemen die de beweging
7
waar en activeren ze de camera. Terwijl het wild zich verder in het
waarnemingsgebied van de voorwaarts gerichte bewegingssensor
begeeft, neemt de camera foto's en/of video op. Als het wild
6
zich, nadat het in het waarnemingsgebied van de zijwaarts gerichte
bewegingssensoren
is gekomen, daar weer uit begeeft, wordt de
7
camera uitgeschakeld en wordt de stand-bymodus geactiveerd.
Nachtopnamen
Bij nachtopnamen leveren de infrarood-LED's
op de voorkant
1
van de wildcamera het voor opnamen vereiste licht. De LED's stralen
licht uit onder een grote hoek. Dat maakt nachtopnamen mogelijk in
een bereik van ongeveer 3 m tot 20 m zonder dat het object wordt
overbelicht. Reflecterende voorwerpen (bijvoorbeeld verkeersbor-
den) kunnen echter ook buiten dit bereik voor overbelichting zorgen.
Nachtopnamen worden in zwart-wit gemaakt.
156
WK 5 A2