9.
Houd de zaag stevig op zijn plaats om te voor-
komen dat de zaag wegspringt (zijwaarts ver-
plaatst) of stuitert wanneer een snede wordt
gestart.
10. Wees aan het einde van de snede voorzich-
tig uw evenwicht te bewaren vanwege het
'doorvallen'.
11.
Houd rekening met de windrichting en -snel-
heid. Voorkom zaagsel en kettingoliemist.
Beschermingsmiddelen
1.
Om letsels aan hoofd, ogen, handen of voeten
te voorkomen en om uw gehoor te bescher-
men, moeten de volgende beschermingsmid-
delen worden gebruikt tijdens het werken met
de kettingzaag:
—
Het type kleding moet geschikt zijn, d.w.z.
deze moet nauwsluitend zijn zonder u te
hinderen. Draag geen juwelen of kleding
die zich kunnen vasthaken aan struiken en
takken. Als u lang haar hebt, moet u een
haarnetje gebruiken!
—
Het is noodzakelijk een veiligheidshelm te
dragen wanneer u met de kettingzaag werkt.
U moet de veiligheidshelm regelmatig
controleren op beschadigingen en deze na
uiterlijk 5 jaar vervangen. Gebruik alleen
goedgekeurde veiligheidshelmen.
—
Het spatscherm van de veiligheidshelm
(of de veiligheidsbril) beschermt u tegen
zaagsel en houtsnippers. Draag tijdens het
gebruik van de kettingzaag altijd een veilig-
heidsbril of een spatscherm om oogletsel te
voorkomen.
—
Draag geschikte geluidsbeschermingsmid-
delen (oorkappen, oordopjes, enz.).
De veiligheidsjas bestaat uit van 22 lagen
—
nylon en beschermt de gebruiker tegen
sneden. Deze moet altijd worden gedragen
tijdens het werken op een hoogwerker (tele-
scoophoogwerker, schaarhoogwerker), op
een platform bevestigd aan ladders, of bij het
klimmen met touwen.
—
De veiligheidsoverall bestaat uit nylonma-
teriaal van 22 lagen en beschermt u tegen
sneden. Wij raden het gebruik ervan sterk
aan.
—
Veiligheidshandschoenen gemaakt van dik
leer maken deel uit van de voorgeschreven
uitrusting en moeten altijd worden gedragen
tijdens het gebruik van de kettingzaag.
—
Tijdens het gebruik van de kettingzaag moet
u altijd lage of hoge veiligheidsschoenen
met antislipzolen, stalen neus en beenbe-
scherming dragen. Veiligheidsschoenen
die zijn voorzien van een beschermende
laag bieden bescherming tegen sneden en
zorgen ervoor dat u stevig staat. Voor het
werken in bomen moeten de veiligheids-
schoenen geschikt zijn voor klimtechnieken.
Trillingen
1.
Personen met een slechte bloedsomloop die
worden blootgesteld aan sterke trillingen, kunnen
verwondingen aan bloedvaten of het zenuw-
stelsel oplopen. Trillingen kunnen de volgende
symptomen veroorzaken in de vingers, handen
of polsen: "Slapen" (gevoelloosheid), tintelen,
pijn, stekend gevoel, veranderen van huidskleur
of van de huid. Als een van deze symptomen
zich voordoet, raadpleegt u uw huisarts! Om
de kans op deze 'witte-vingerziekte' te verkleinen,
houdt u uw handen warm tijdens het werk en
onderhoudt u het gereedschap en de accessoires
goed.
BEWAAR DEZE
VOORSCHRIFTEN.
WAARSCHUWING:
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig letsel.
Belangrijke veiligheidsinstructies
voor een accu
1.
Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, alvorens de
accu in gebruik te nemen.
2.
Haal de accu niet uit elkaar en saboteer hem
niet. Dit kan leiden tot brand, buitensporige hitte
of een explosie.
3.
Als de gebruikstijd van een opgeladen accu
aanzienlijk korter is geworden, moet u het
gebruik ervan onmiddellijk stopzetten.
Voortgezet gebruik kan oververhitting, brand-
wonden en zelfs een ontploffing veroorzaken.
4.
Als elektrolyt in uw ogen is terechtgeko-
men, spoelt u uw ogen met schoon water
en roept u onmiddellijk de hulp van een
dokter in. Elektrolyt in de ogen kan blindheid
veroorzaken.
5.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1)
Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
(2)
Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spij-
kers, munten e.d. worden bewaard.
(3)
Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden, en zelfs defecten.
6.
Bewaar en gebruik het gereedschap en de
accu niet op plaatsen waar de temperatuur kan
oplopen tot 50 °C of hoger.
7.
Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wan-
neer hij zwaar beschadigd of volledig versleten
is. De accu kan ontploffen in het vuur.
8.
Laat de accu niet vallen, sla er geen spijker in,
snijd er niet in, gooi er niet mee en stoot hem
niet tegen een hard voorwerp. Dergelijke hande-
lingen kunnen leiden tot brand, buitensporige hitte
of een explosie.
9.
Gebruik nooit een beschadigde accu.
71 NEDERLANDS
Laat u NIET misleiden