Verschijnselen
Vries-/koeltemperatuur is niet
laag genoeg
Bij het normale gebruik van het koeltoestel kunnen er verschillende
soorten geluiden ontstaan, die geen enkele invloed hebben op de
correc- te werking van de koelkast.
Geluiden die gemakkelijk verholpen kunnen worden:
•
Lawaai doordat de koelkast niet waterpas staat – regel de opstelling met
behulp van de regelvoetjes vooraan. Leg eventueel zacht mate- riaal onder
de wieltjes achteraan, in het bijzonder bij een tegelvloer.
•
Wrijving tegen de aanpalende meubelen – verschuif de koelkast.
•
Knarsen van schuiven of schappen – neem de schuif of het schap weg en
plaats het daarna terug.
•
Geluid van tegen elkaar stotende flessen – plaats de flessen uit el- kaar.
Geluiden die hoorbaar zijn tijdens het normale gebruik van het toestel,
worden veroorzaakt door de werking van de thermostaat, de compressor
(aanslaan), het koelsysteem (krimpen en uitzetten van het materiaal
onder invloed van temperatuurverschillen en doorstroom van koelvloei-
stof).
Mogelijke redenen
Slechte instelling van de
temperatuurregelaar
De omgevingstemperatuur is
hoger of lager dan de
temperatuur welke aan-
gegeven staat op de tabel met
technische gegevens van het
apparaat.
Het apparaat staat in de
zon of te dicht bij een
warmtebron
In het apparaat werd te grote
hoeveelheid warme
levensmiddelen per een keer
gelegd
De ventilatie binnen de cel is
belemmerd
De ventilatie aan de ach- terkant
van het apparaat is belemmerd
De deur van de koelkast/ vriezer
wordt te vaak geo- pend of blijft
te lang open staan
De deur is niet goed ge-
sloten
De compressor werkt niet
vaak genoeg
De dichting van de deur zit
los
43
Herstellings wijze
- draai de draaiknop op een
hogere positie
Het apparaat is bestemd voor
werking in een tempe- ratuur
welke aangegeven is op de
tabel met technische gegevens
van het apparaat.
- verander de opstelling van
het apparaat volgens de
gebruiksaanwijzing
- 72 uur wachten tot de
producten gekoeld (in-
gevroren) worden en de
temperatuur terug naar het
gewenste niveau gaat
- controleer of de levens-
middelen en dozen de
achterwand van de koelkast niet
aanraken
- van de wand schuiven voor
de afstand van min. 30 mm
- de deur minder vaak ope- nen
en/of de tijd van open staan
verkorten
- levensmiddelen en vak- ken zo
leggen, dat ze het sluiten van de
deur niet belemmeren
- controleer of de omge-
vingstemperatuur niet lager is
dan het bereik van de
klimaatklasse.
- dichting vastmaken