Gids voor het verhelpen van storingen
Voer de onderstaande controles uit voordat u contact opneemt voor onderhoud om storingen te
verhelpen. Als u twijfelt over sommige controlepunten, of als de aangegeven oplossingen in het
overzicht het probleem niet verhelpen, neem dan contact op met uw dealer.
Geen spanning.
Is de stekker van het AC-netsnoer ingestoken?
Steek de stekker van het snoer goed in. ( 12)
Er is spanning, maar er is geen geluid. Zwak geluid.
Zijn de verbindingen naar de PHONO-aansluitingen van de versterker/ontvanger juist gemaakt?
Sluit de PHONO-kabel op de PHONO-ingangsaansluitingen van de versterker aan. ( 12)
Het geluid van de linker- en rechterkanalen is omgekeerd.
Zijn de verbindingen van de stereo-aansluitkabel naar de versterker of ontvanger omgekeerd?
Controleer alle aansluitingen opnieuw. ( 12)
Zijn de verbindingen van de aansluitingsdraden van de elementhouder op de elementaansluitingen
goed gemaakt?
Controleer alle aansluitingen opnieuw. ( 9)
Brom tijdens het afspelen.
Zijn er andere toestellen of hun AC-netsnoer dicht bij de stereo-aansluitkabel geplaatst?
Plaats de toestellen en hun AC-netsnoer verder van dit apparaat vandaan.
Is de aardingsdraad aangesloten?
Zorg dat de aardingsdraad juist is aangesloten. ( 12)
De indicator op de toerentalkeuzeknop [33] of [45] gaat knipperen.
Voer de volgende bewerking uit wanneer de indicator op de toerentalkeuzeknop [33] of [45] gaat
knipperen.
Het symptoom kan worden verbeterd.
Zet [ON/OFF] op UIT.
Trek de netstekker uit het stopcontact, wacht drie seconden en steek de stekker weer in het
stopcontact.
Zet [ON/OFF] op AAN en druk op [START-STOP] om de draaischijf te doen draaien.
Als de indicator op de toerentalkeuzeknop opnieuw knippert, controleer dan welke er knippert en
neem contact op met onze servicevertegenwoordiger.
22
(154)
Nederlands