¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk.
▶ Nooit een beschadigde apparaat gebruiken.
▶ Nooit een apparaat met gescheurd of gebroken oppervlak
gebruiken.
▶ Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het
elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het
netsnoer trekken.
▶ Nooit het apparaat aan het netsnoer trekken of dragen.
▶ Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan
direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen
of de zekering in de meterkast uitschakelen.
▶ Neem contact op met de servicedienst. → Pagina 87
▶ Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties
aan het apparaat uitvoeren.
¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
▶ Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
▶ Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
▶ Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken om het
apparaat te reinigen.
¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
▶ Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderdelen of
warmtebronnen in contact brengen.
▶ Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in
contact brengen.
▶ Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen.
¡ Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
▶ Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de
gegevens op het typeplaatje.
▶ Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet
met wisselstroom aansluiten.
▶ Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie
moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïn-
stalleerd.
Veiligheid nl
75