8
Toepassingsaanwijzingen
– De meetplaats moet vóór de meting vrij zijn van vuil.
– Afhankelijk van de plaats van gebruik heeft het
toestel ongeveer 15 minuten nodig zich aan het
binnenklimaat aan te passen.
– Druk de meetkogelkop altijd met constante kracht
tegen het te meten materiaal.
– Kantel de meetkogelkop niet tijdens het meten,
schuif hem niet over het te meten materiaal en leun
er niet op.
– De dichtheid van het te meten materiaal heeft een
aanzienlijke invloed op het meetresultaat; hoe hoger
deze is, hoe hoger de vastgestelde meetwaarde.
– Ruwe oppervlakken leiden tot een te lage meetwaarde.
– Als de sensor metaal (bijvoorbeeld buizen, schroeven, leidingen) in het te
meten materiaal detecteert, resulteert dit in een abrupt verhoogde en niet
meer zinvolle meetwaarde.
– Als de kogelkop in een hoek wordt geplaatst, wordt een hogere meetwaarde
weergegeven dan op een vlak oppervlak, omdat de meetkogelkop dan meer
materiaal meet. Er is een afstand van 10 centimeter tot hoeken vereist.
– De procentuele meetwaarden in de materiaalmodus geven slechts een
tendens aan en kunnen bijvoorbeeld niet worden gebruikt om exact te
controleren of de dekvloer klaar is om de vloerbedekking op aan te brengen.
– Om correcte metingen te verkrijgen mag de klimaatsensor niet met de hand
worden afgedekt.
9
REF-functie
C
MENU
C
REF
CM
MAX
CM
CAL
CM
INDEX
32
NL
C
MENU
C
REF
CM
MAX
CM
CAL
CM
INDEX
40 mm
Ingedrukt
houden
C
MENU
C
REF
CM
MAX
CM
CAL
CM
INDEX