Publicité
1. NL – Gebruiksaanwijzing
1.1 Toegelaten gebruik
De radiator mag alleen worden gebruikt voor het
verwarmen van binnenruimten en voor het dro-
gen van textiel dat in water is gewassen. Elke an-
dere toepassing is niet volgens de voorschriften
en bijgevolg niet toegestaan.
Verkeerd gebruik
De radiator is niet geschikt als zitgelegenheid,
klimhulp of trap.
1.2 Veiligheidsvoorschriften
Attenzione
Verbrandingsgevaar!
Het oppervlak van de radiator kan tot 110 °C
(230 °F) heet worden.
Wees voorzichtig bij het aanraken van de
radiator.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding bij het ontluchten
door naar buiten spuitend heet water!
Bescherm uw handen.
1.3 Werking van de ventilatorkachel
Houd de afzonderlijke handleiding bij een ven-
tilatorkachel aan.
1.4 Onderhoud
Ontlucht de radiator na de inbedrijfstelling en
na langere bedrijfsonderbrekingen.
1.5 Reiniging
Gebruik
alleen
milde,
reinigingsmiddelen.
1.6 Klachten
Neem contact op met uw dealer.
1.7 Montage en reparaties
Laat de montage en reparaties alleen door in-
stallateurs uitvoeren, zodat uw garantie niet
komt te vervallen.
1.8 Verwijderen van afval
Voer afgedankte radiatoren met toebehoren af
voor recycling of naar de daarvoor bedoelde
afvalverwerking. Neem de lokale voorschriften
in acht.
2. Montage
De radiator mag alleen door een erkende instal-
lateur worden gemonteerd. De aansluiting van
de ventilatorkachel mag alleen door een elektro-
technicus (in Duitsland conform BGV A3) worden
uitgevoerd.
2.1 Veiligheidsvoorschriften
Voor de montage/inbedrijfstelling deze ge-
bruiks- en montagehandleiding zorgvuldig
doorlezen.
2
Na de montage de handleiding bij de eind-
gebruiker achterlaten.
Veiligheidsinstructies in de aparte handleidin-
gen van de elektracomponenten opvolgen.
GEVAAR
Levensgevaar!
Positie van de voedingsleidingen (stroom,
gas, water) controleren.
Geen leidingen aanboren.
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel!
Let op het gewicht van de radiator (zie pa-
gina 6).
Werk vanaf 25 kg met een hefinrichting of
met meerdere personen.
WAARSCHUWING
Persoonlijke en materiële schade!
Ondergrond controleren op draagkracht.
Houd rekening met het gewicht van de ge-
vulde adiator (zie pagina 6) en mogelijke
aanvullende lasten.
Bevestigingsmateriaal op geschiktheid con-
troleren en afstemmen op de bouwkundige
situatie.
Houd rekening met speciale eisen, bijv. voor
openbare gebouwen (scholen e.d.).
2.2 Toepassingsomstandigheden
Bedrijfsvoorwaarden voor warmwater-verwar-
mingsinstallaties conform DIN 18380 "VOB
niet
schurende
toekennings- en contractprocedures voor bou-
wprojecten" aanhouden.
Waterkwaliteit conform VDI 2035 "Voorkomen
van schade in warmwaterverwarmingsinstalla-
ties" aanhouden.
Toepassingsgrenzen in vochtige ruimten con-
form DIN 55900 "coating voor kamerradiato-
ren" aanhouden.
Radiator alleen in gesloten verwarmingssyste-
men inzetten.
Radiatoren uitsluitend in de beschermende
verpakking opslaan en transporteren.
Werking van de ventilatorkachel:
Bij de montage in ruimten met bad- of douche-
installaties: veiligheidszones conform nationale
installatienormen (in Duitsland DIN VDE 0100-
701) naleven. Bovendien alle lokale voorschrif-
ten aanhouden. Opmerking: de montage van
de producten in veiligheidszone 1 is door de
leverancier niet toegelaten.
Aanbeveling conform norm IEC 60335-2-
43: om elk gevaar voor kleine kinderen te ver-
mijden, de radiator zodanig monteren, dat de
onderste dwarsbuis minimaal 600 mm boven
de vloer hangt.
2.3 Technische specificaties
Bedrijfsdruk: max. 4 bar
Testdruk: 1,3 x bedrijfsdruk
Aanvoer: links of rechts mogelijk
Aanvoertemperatuur:
– Heet water tot 110° C (230 °F)
2.4 Instructies montage
Aantal bevestigingspunten
Klasse 2 conform VDI 6036 alleen toeglaten bij
inachtnemig van de daarin aanbevolen richtwaar-
den voor verplaatsings- en uittrekkrachten bij nor-
male aansluitsituaties
Indien nodig extra afstandhouders aanbren-
gen (zie documentatie van de leverancier).
Het aantal bevestigingspunten werd voor holle
bakstenen T14 vastgelegd en getest.
Afmetingen en positie van de aansluitingen in
acht nemen
Aantal en opstelling van de separate bevesti-
gingselementen in de bijbehorende handleidin-
gen resp. fabrikantdocumentatie opzoeken.
Bij aanvullende van de ventilatorkachel:
Montagehandleiding bij een ventilatorkachel
aanhouden.
Waarborg dat binnen het bereik van de kabel
een correct geïnstalleerde aansluitdoos resp.
een wandcontactdoos (230 V zekering 16 A)
aanwezig is.
De elektrische aansluiting vanuit de wand moet
vrij toegankelijk zijn en mag niet in het projec-
tievlak van de radiator liggen. De radiator mag
niet direct onder een wandcontactdoos
worden gemonteerd.
Bij inbouw in een eenpijpsverwarming:
aansluitkoppeling met geïntegreerde, instelba-
re bypass gebruiken.
2.5 Ingebruikname:
Radiator vullen en ontluchten
Verbrandingsgevaar
Controleer radiator en aansluitingen op
lekkage.
Publicité
