Informatie over het voorbeeld
Overal in Europa rijden momenteel locomotieven van
TRAXX, een type gebouwd door Bombardier. In 1994 ver-
schenen de testlocomotieven 12X van AEG, die daarna als
128 001 bij de DB in proef reden. Het eigenlijke succesver-
haal begon echter in 2000. Bombardier stelde de variant
voor meerdere systemen voor: De BR 185 was ook ontwik-
keld voor de stroomsystemen van de naburige spoorweg-
maatschappijen. In totaal werden 400 machines van de
serie 185 gemaakt. De volgende stap in de ontwikkeling
vormen de vanaf 2005 geleverde locomotieven van de
TRAXX-groep op de Europese sporen: Zij kregen een geopti-
maliseerde locomotiefbehuizing die beter tegen botsingen
bestand is, die de locomotief aan de voorkant krachtiger
en stoerder laat ogen. Andere aanpassingen betreffen de
elektrische omvormingsinstallatie. Op dit ogenblik heeft
Railion 200 van deze locomotieven in dienst, aangeduid als
serie 185.2. De Deutsche Bahn AG is niet de enige gretige
afnemer van deze toekomstgerichte locomotiefgroep:
ook de SBB en vele privéspoorwegen, zoals de Zwitserse
Crossrail, stelden diverse modellen van de verschillende
series in bedrijf. Het TRAXX typeprogramma 2E als recentste
stap in de evolutie maakt nu ook een dieselelektrische
variant van de TRAXX mogelijk, die belangrijke componen-
ten gemeenschappelijk heeft met de varianten die tot dusver
elektrisch waren. De privéspoorwegen gelden opnieuw
als voortrekkers om deze machine in te zetten. Zo komt de
TRAXX DE genaamde locomotief als BR 285 bij de HVLE in
dienst voor goederentreinverkeer, maar ook bij de Metro-
nom Eisenbahngesellschaft mbH als BR 246 voor dubbeldek-
se reizigerstreinen op niet-geëlektrificeerde trajecten.
4