nl Montagehandleiding
17.5 Elektrische aansluiting
Ter bescherming het apparaat eerst uit de piepschuim-
verpakking halen, wanneer u het apparaat in de uitspa-
ring drukt. Plaats het apparaat niet rechtop op een zij-
kant van het apparaat.
¡ Controleer de elektrische installatie van de woning
vóórdat u het apparaat aansluit.
¡ Het apparaat voldoet aan veiligheidsklasse I en mag
alleen in combinatie met een geaarde aansluiting
worden gebruikt.
¡ De geïnstalleerde elektrische installatie dient vol-
gens de opbouwvoorschriften in de fasen te worden
voorzien van een separator.
¡ Als op het display van het apparaat
is het verkeerd aangesloten. Scheid het apparaat
van het net, controleer de aansluiting.
Aansluiting met 3-aderige leiding
Zorg voor een geschikte beveiliging van de huisinstalla-
tie.
Neem de kleurcodering van de netaansluitkabel in
acht.
¡ Groen-geel is de aarddraad .
¡ Blauw is de nulleider.
¡ Bruin is de fase (buitendraad).
¡ De kabel kan indien nodig door een meerfasige
aansluitkabel worden vervangen. Bij het vervangen
van de kabel volgende paragraaf in acht nemen.
Aansluiting zonder voorgemonteerde kabel
Sluit de kookplaat alleen aan volgens het aansluitsche-
ma.
¡ Bouw indien nodig de meegeleverde koperbruggen
in.
¡ De hoofdleiding moet van het type H05 VV-F of ho-
ger zijn.
¡ De draaddiameter moet overeenkomstig de stroom-
belasting worden bepaald. Niet toegestaan is een
diameter < 1,5 mm².
Aansluiting met voorgemonteerde 5-aderige
aansluitleiding
Alleen geschoold servicepersoneel mag de aansluitlei-
ding verwisselen.
56
17.6 Kookplaat inbrengen
Zorg ervoor dat de aansluitkabel niet beklemd raakt en
niet over scherpe randen wordt geleid.
¡ Is er een oven onder de kookplaat geplaatst, dan
de leiding via de achterste hoeken van de oven
naar de aansluitdoos leiden.
verschijnt,
¡ De kookplaat kan ook in een voorhanden 500 mm
diep uitsparing worden ingebouwd.
17.7 Uitbouw van de kookplaat
Maak het apparaat spanningsloos.
1.
De kookplaat er van onderaf uitdrukken.
2.