Accu-capaciteitsindicator (fi g. 20)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (fi g. 20, pos. A). De accu-capaciteitsindica-
tor (fi g. 20, pos. B) signaleert de laadtoestand van
de accu aan de hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
6. Bediening
Voorzichtig!
De verticuteerder is voorzien van een veiligheids-
schakeling om onbevoegd gebruik te voorkomen.
Onmiddellijk vóór inbedrijfstelling van de verti-
cuteerder de veiligheidsstekker (fi g. 21, pos. 14)
insteken en bij elke onderbreking of beëindiging
van het werk de veiligheidsstekker weer verwij-
deren.
Om te verhinderen dat de verticuteerder ongewild
wordt ingeschakeld is de schuifbeugel (fi g. 22,
pos. 3) uitgerust met een inschakelblokkering (fi g.
22, pos. 1), die moet worden ingedrukt, voordat
de schakelhendel (fi g. 22, pos. 2) kan worden
ingedrukt. De starttijd van het apparaat kan enke-
le seconden bedragen. Als u de schakelhendel
loslaat, dan wordt de verticuteerder meteen uit-
geschakeld. Voer deze procedure meermaals uit
om er zeker van te zijn dat uw apparaat correct
werkt. Trek altijd de veiligheidsstekker uit het stop-
contact, voordat u instellingen, reparatie-, onder-
houds- of reinigingswerkzaamheden uitvoert aan
het apparaat. Vergewis u ervan dat de meswals
niet draait.
Anl_GE_SA_36_35_Li_SPK13.indb 106
Anl_GE_SA_36_35_Li_SPK13.indb 106
NL
Gevaar!
Open de uitlaatklep nooit terwijl de motor nog
draait. Draaiende messenwals kan leiden tot
lichamelijk gevaar.
Maak de uitlaatklep steeds zorgvuldig vast. De
klep wordt door de trekveer teruggeklapt naar de
"DICHT" positie!
De door de geleidestelen gegeven veiligheid-
safstand tussen het koetswerk en de gebruiker
dient steeds in acht te worden genomen. Tijdens
het verticuteren en veranderen van rijrichting op
bermen en hellingen dient u bijzonder voorzichtig
te werk te gaan. Let op een veilige stand, draag
schoenen met slipvaste zolen en een lange bro-
ek. Verticuteer steeds dwars over de helling.
Hellingen van meer dan 15° mogen om veilig-
heidsredenen niet worden geverticuteerd.
Wees bijzonder voorzichtig bij het achteruit be-
wegen en trekken van de verticuteerder, struikel-
gevaar!
Instructies omtrent het juist verluchten van-
het gazon
Voor het verticuteren is een overlappende werk-
wijze aan te bevelen.
Om een proper verticuteerpatroon te bereiken
leidt u de verticuteerder in zo recht mogelijke
banen. De banen moeten elkaar overlappen met
enkele centimeters zodat er geen stroken blijven
staan.
Mocht u de optioneel verkrijgbare vangzak ge-
bruiken, dan moet deze worden leeggemaakt
zodra er tijdens het verticuteren grasresten blijven
liggen.
Gevaar! Vóór het afnemen van de opvangzak
de motor stopzetten en wachten tot de mes-
senwals tot stilstand is gekomen.
Om de opvangzak los te haken tilt u de uitlaatklep
met een hand op terwijl u met de andere hand de
opvangzak wegneemt!
Hoe vaak moet worden geverticuteerd hangt in
principe af van de groei van het gras en van de
hardheid van de grond.
De onderkant van het huis van de verticuteerder
schoon houden en afzetsels van gras en aarde
zeker verwijderen. Afzetsels maken het starten
moeilijker en doen afbreuk aan de verticuteerk-
waliteit.
Op hellingen moet de verticuteerbaan steeds
dwars over de helling verlopen.
- 106 -
17.02.2022 15:09:20
17.02.2022 15:09:20