7 Oplossen van kleine storingen
7.1
Diagnose van kleine storingen
Het apparaat...
Start niet
Stopt
Werkt niet normaal (geluid,
rook, enz.)
Levert geen elektrische stroom
7.2
Generator Smart Care
Als het apparaat is uitgerust met de optie "GS101-Generator Smart Care"
(A19), moeten de batterijen in het bluetoothkastje GSC101 worden
vervangen wanneer dat wordt aangegeven in de app Generator Smart Care
(ongeveer om de twee jaar).
1.
Open het deksel van het kastje met behulp van een kleine
kruiskopschroevendraaier.
2.
Verwijder de gebruikte batterijen en lever deze in bij een afvalinzamelpunt
met het oog op de recycling ervan.
3.
Plaats twee nieuwe AAA-batterijen. Let daarbij op de polariteit (+/-).
4.
Sluit het deksel van het kastje en schroef dit zorgvuldig dicht.
8 Technische specificaties
8.1
Voorwaarden voor het gebruik
De vermelde prestaties van de apparaten zijn verkregen onder de referentieomstandigheden volgens ISO 8528-1 (2005):
Totale atmosferische druk: 100 kPa - Omgevingstemperatuur van de lucht: 25°C (298 K) - Relatieve vochtigheid: 30 %.
De prestaties van de apparaten worden ongeveer 4% verminderd voor elke temperatuurstijging van 10°C en/of ongeveer 1% voor
elke toename van de hoogteligging met 100 m. De apparaten kunnen alleen stationair werken.
8.2
Capaciteit van het stroomaggregaat
Bereken het vereiste elektrische vermogen van de te gebruiken apparaten (in Watt)* alvorens het apparaat aan te sluiten en in
werking te stellen. Voor een goede werking moet het totaal van de vermogens in watt van de gelijktijdig gebruikte apparaten:
-
meer dan 60 % van het nominale vermogen van het apparaat zijn (risico van onderbelasting);
-
minder dan het nominale vermogen van het apparaat zijn tijdens continu gebruik (risico van overbelasting).
Door een veelvuldige of langdurige werking met onder- of overbelasting, ken het apparaat snel beschadigen. De ontstane schade is
niet gedekt door de garantie.
*
Dit elektrische vermogen staat in de meeste gevallen aangegeven in de technische gegevens of op het typeplaatje van de apparaten. Sommige
apparaten hebben meer vermogen nodig bij het starten. Dit minimaal vereiste vermogen mag het maximale vermogen van het apparaat niet
.
overschrijden
Controleer of:
De controles voor het starten zijn
uitgevoerd.
JA
De accu is correct aangesloten en
opgeladen.
JA
De te gebruiken apparaten zijn niet
aangesloten voor het starten.
JA
De zekeringen van de APM202* zijn
niet defect (de controlelampen lichten
op).
JA
Het oliepeil is goed.
JA
Het brandstofpeil is goed.
JA
Het onderhoud van de onderdelen van
het apparaat is correct uitgevoerd.
JA
Laat het apparaat nakijken door een
van onze agenten.**
De vermogensschakelaar(s) is/zijn
ingeschakeld.
JA
De aangesloten apparaten of hun
elektrische snoer zijn niet defect.
JA
Laat het apparaat nakijken door een
van onze agenten.**
54/250
Oplossingen:
Ga over tot de controles.
NEE
Plaats de accu, vervang hem door een
NEE
nieuwe accu, indien nodig.
Maak de apparaten los voordat u opnieuw
probeert het apparaat te starten.
NEE
Laat het apparaat nakijken door een van
onze agenten.**
NEE
Vul olie bij.
NEE
Vul brandstof bij.
NEE
Voer het onderhoud van het apparaat uit
NEE
overeenkomstig de voorschriften
Controleer de capaciteit van het apparaat
en druk op de vermogensschakelaars.
NEE
Probeer met een ander apparaat en een
NEE
ander elektrisch snoer.
**Frankrijk: 0.806.800.107 (gespreksprijs)
* indien aanwezig