S&P EMIDUAL-500P Manuel D'installation & D'utilisation page 41

De thermostaat (C) houdt de gewenste omgevingstemperatuur aan door het
apparaat automatisch in en uit te schakelen. Door de regelknop verder naar
rechts te schuiven wordt de ingestelde temperatuur hoger. De maximumstand
van de thermostaat komt overeen met ca. 30ºC; de minimumstand met ca. 10ºC.
Om een optimale combinatie van omgevingstemperatuur en verbruik in te stellen
is een speciale regelzone gemarkeerd aangegeven met het opschrift "comfort".
Indien u het apparaat wilt instellen voor de antivriesbescherming, wordt aanbe-
volen de regelknop (C) niet in de minimumstand te zetten maar rechtstreeks de
toets (B) te gebruiken en deze temperatuur in de functie in te stellen.
De led (D) geeft verschillende gegevens over de werking afhankelijk van de
modus die is ingesteld, d.w.z.:
- De led brandt oranje wanneer het apparaat aan het opwarmen is om de gewens-
te omgevingstemperatuur te bereiken;
- De led brandt geel wanneer de gewenste omgevingstemperatuur bereikt is en
het apparaat gereed is voor verwarmen om de comforttemperatuur aan te hou-
den.
- De led brandt rood en knippert wanneer de elektronische temperatuursensor
defect is. Het apparaat dient bij een bevoegde technische dienst te worden gere-
pareerd.
Gebruik van de thermostaat
In een ruimte waar de temperatuur hoger is dan 30ºC, is het normaal dat de ther-
mostaat het apparaat niet inschakelt ook al staat hij in de maximumstand.
Omgekeerd is het normaal dat in een ruimte met een te lage temperatuur (min-
der dan 10°C) de thermostaat het apparaat ingeschakeld houdt ook al staat hij in
de minimumstand.
Om de thermostaat zo goed mogelijk in te stellen, raden wij de volgende proce-
dure aan:
- zet de thermostaat (C) in de maximumstand en laat het apparaat werken totdat
een comfortabel temperatuur bereikt is;
- schuif de regelknop naar links totdat de in bedrijf led (D) geel brandt;
- schuif de regelknop (C) een paar millimeter naar rechts;
- n deze stand houdt de thermostaat de gekozen omgevingstemperatuur aan.
Gebruik van de schakeldraad
Als het apparaat uitgerust is met een aansluitkabel zonder stekker, kan het ook
met speciale programmeereenheden geregeld worden. Het gedrag van het appa-
raat hangt af van de toegepaste spanning tussen de schakel- en de nuldraad vol-
gens de onderstaande tabel:
41