STORINGS- EN FOUTMELDINGEN
SYMPTOMEN
1. De monitor
schakelt niet in.
2. De monitor
schakelt in,
maar de motor
functioneert niet.
3. Schokkende
loop bij het
lopen op de
band.
4. Het apparaat
slat af (de
stroombegrenze
r slaat af).
5. Het frame geeft
elektrische
schokken in de
handen.
6. De band loopt
niet central.
FOUTMELDINGEN VAN HET APPARAAT
Monitorschermweergave
E1
Monitorschermweergave
E2
Monitorschermweergave
E3
Monitorschermweergave
E5
Monitorschermweergave
E7
CONTROLE HANDELINGEN
1) Controleer of het apparaat is
aangesloten op het lichtnet, de
hoofdschakelaar op stand 1 staat en
de veiligheidssleutel correct
geplaatst is.
2) Controleer of stroombegrenzer naar
binnen gericht is.
3.a) Controleer smering van de band.
3.b) Controleer de spanning van de
band.
3.c) Controleer spanning van de
overbrengingsriem.
4) Controleer de smering van de band.
5) Controleer of het apparaat is
aangesloten op een geaard
stopcontact.
6.a) Controleer of de ondergrond
waterpas is.
6.b) Controleer of het apparaat stevig
op de grond staat.
Mogelijke
berichtsfout.
Continu botsing.
Geen signaal van
snelheidssensor
Mogelijke
motoroverbelasting.
Veiligheidssleutel.
OPLOSSINGEN
1) Sluit aan op het lichtnet.
2) Haal stekker uit
3.a) Smeer de band.
3.b) Span de band.
3.c) Span de
4) Druk op de
stroombegrenzer met de
schakelaar in positie 0 en
smeer de band.
5) Sluit het apparaat aan op
Sluit de draad goed aan tussen de bovenste
en onderste controller
Werkend met de juiste spanning; sluit de
motordraad opnieuw aan.
Vervang het sensorlampje op de onderste
controller of de snelheidssensor.
Smeer de riem.
Plaats de veiligheidssleutel.
34
Zet de hoofdschakelaar
op stand 1 en plaats de
veiligheidssleutel.
stopcontact en druk op de
stroombegrenzer. Smeer
de band.
overbrengingsriem.
een geaard stopcontact.