GEBRUIKSAANWIJZING
Er kan pas zonder gevaar met de ma-
chine worden gewerkt, nadat u de ge-
bruiksaanwijzing en de veiligheidswa-
arschuwingen helemaal hebt gelezen
en u zich strikt aan de aanwijzingen
houdt die erin staan.
Voor ieder gebruik controleert u de ma-
chine, de kabel en de stekker.
Blijf de machine niet gebruiken als ze
beschadigd is en laat haar uitsluitend
door een vakman repareren. Open de
machine nooit.
Elementen van de machine
1 Vulslang
2 Manometer
3 Drukregelaar
4 Startknop (START)
5 Schakelaar (ON/OFF)
7 Stroomkabel
8 Aanzuigslangen
Bedoeld gebruik
Het apparaat is uitsluitend geschikt om remvloeistof te ver-
versen en af te laten lopen uit remmen en koppelingen van
auto's. Ieder ander gebruik, of gebruik dat niet onder het
beschreven gebruik valt, is ongepast en niet toegestaan.
Werkingsprincipe
De vloeistof wordt voortdurend in de remvloeistoftank ge-
pompt met een druk van maximaal 3,5 bar. De vloeistof die
ververst moet worden, kan dus via de afzonderlijke¬ rem-
cilinders van de wielen van het voertuig worden afgevoerd
tot de nieuwe remvloeistof naar buiten stroomt.
Op die manier wordt overhevelen voorkomen, wat verve-
lend is en kenmerkend voor andere systemen, en wordt
voorkomen dat er water bij de remvloeistof komt.
12
Pour votre sécurité
• De machine mag niet vochtig worden en ook niet in een voch
tige ruimte worden gebruikt.
• Remvloeistoffen zijn giftig en agressief. Kijk dus uit dat u niet
in aanraking komt met deze producten. Indien de remvloeistof
in aanraking met de huid komt, moet u zich meteen met water
wassen. Dit geldt ook in geval van aanraking met autolak of
indien kleding met deze stoffen in aanraking komt.
• Voordat u met werkzaamheden aan de machine begint, haalt u
de stekker uit het stopcontact.
• Steek de stekker alleen dan in het stopcontact, als de machine
niet is ingeschakeld.
• Breng geen wijzigingen aan het apparaat aan.
Houd rekening met de netspanning:
De netspanning moet overeenkomen met die, die op het
plaatje van de machine staat aangegeven. De apparaten
waarop¬ 230 V staat vermeld, kunnen op een elektricitei-
tsnet van 220 V worden aangesloten.
•
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor
remvloeistof. De fabrikant wijst elke vorm van
aansprakelijkheid af voor schade veroorzaakt door
gebruik van andere vloeistoffen.
•
Sluit de vulslang 1 nooit op de perslucht aan.
•
Het apparaat wordt hierdoor beschadigd! De fabri-
kant wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor
schade veroorzaakt door verkeerde aansluitingen.
•
Zet de remvloeistoftank op de hiervoor speciaal
bestemde plaats.
•
Draai de dop van de tank en kies de geschikte
conus uit de bijgeleverde rubberen conussen.
•
Bevochtig de aanzuigslang een beetje 8 en duw
hem door de geschikte rubberen conus.
•
Steek de aanzuigslang 8 vervolgens in de tank tot
hij de bodem lichtjes raakt. Voltooi de handeling
door de rubberen conus stevig in de hals met
schroefdraad te drukken.
Inbedrijfstelling
NL