7.5
Video
7.5.1 Videostream
Stream:
Type:
Resolutie:
Type beeldfrequentie:
Videokwaliteit:
Beeldfrequentie:
Max. beeldfrequentie:
Videocodering:
Profiel:
I-Frame interval:
Selecteren van de eerste, tweede of derde videostream voor configuratie
(stream 3 alleen bij aparte activering in de systeeminstellingen)
Kies of video, dan wel video en audio overgedragen moeten worden.
Kies de resolutie voor de videostream.
Kies de streamingmethode: Constante bitrate: houdt de bitrate
constant op de ingestelde waarde, onafhankelijk van de kwaliteit.
Kies de kwaliteit die moet worden bereikt (alleen bij variabele bitrate).
De hier ingestelde waarde duidt het comprimeringsniveau aan.
Kies het aantal beelden per seconde dat moet worden overgebracht.
Selecteer de bandbreedte die gemiddeld maximaal moet worden
gebruikt. Deze bitrate kan voor korte tijd bij zodanige beeldwijzigingen
worden overschreden.
Selecteer de codec die moet worden gebruikt voor het comprimeren
van de gegevens.
Selecteer hier het profieltype van de videocodec. Een profiel is
genormeerd en bepaalt welke parameters voor de encoding moeten
worden gebruikt.
Selecteer hoe vaak een I-frame (alleen bij H.264) moet worden
verzonden. Hoe vaker een I-frame (volledig beeld) wordt verzonden, des
te beter is de videokwaliteit, maar des te meer bandbreedte is er nodig.
198