pleeg een arts bij eventuele symptomen
of twijfelgeval
Volg de veiligheidsaanwijzingen op het
etiket van plantenbeschermingsmidde-
len. Houd u aan de aangegeven max.
concentratie. Bepaalde vloeistoffen ver-
eisen het gebruik van een veiligheids-
bril, veiligheidshandschoenen of andere
veiligheidsmaatregelen.
Vraag altijd het veiligheidsinformatieblad
aan de fabrikant van het sproeimiddel.
2.3 Gevaar door materiële schade
Door onjuist gebruik van het apparaat
kan het apparaat worden beschadigd!
Volg daarom de volgende veiligheidsaan-
wijzingen:
Bescherm het apparaat tegen langduri-
ge blootstelling aan directe zonnestra-
len of vorst.
Gebruik het apparaat NOOIT bij tempe-
raturen onder 0 °C.
Laat de slangleiding niet langdurig
onder druk staan.
Laat de pomp nooit drooglopen omdat
dit het apparaat kan beschadigen.
Het apparaat niet in veestallen bewaren.
Gevaar voor scheuren van messing door
ammoniakdampen. Apparaat niet met
stikstof- en fosfaathoudende oplossin-
gen vullen.
Het apparaat is niet bedoeld voor het
bewaren van vloeistoffen en moet dage-
lijks na elk gebruik worden geledigd en
gespoeld.
Bevestig het apparaat voor transport om
het uitlopen van sproeivloeistoffen te
voorkomen.
Schakel het apparaat tijdens transport
altijd uit – schakelstand "0".
2.4 Veiligheidsaanwijzingen voor
de omgang met het oplaadapparaat
en de accu (niet inbegrepen)
LEVENSGEVAAR DOOR ELEKTRISCHE
SCHOKKEN!
Levensgevaar bij contact met onder
spanning staande kabels en onderde-
len! Respecteer daarom de volgende
veiligheidsaanwijzingen:
max. 45 °C
65
GEVAAR
De stroomspanning moet met de
stroomgegevens (V~) op het type-
plaatje van het oplaadapparaat
overeenkomen!
Kinderen met fysieke, zintuiglijke of
mentale beperkingen of zonder
ervaring en kennis mogen het
oplaadapparaat en de accu niet
gebruiken.
Bij beschadiging van het netsnoer
van de oplaadapparaat moet u de
oplaadapparaat volledig vervangen!
Het oplaadapparaat mag uitslui-
tend op een stopcontact met wis-
selstroom worden aangesloten.
Laad accu's alleen op in oplaadappara-
ten die door de fabrikant worden gead-
viseerd. Voor een oplaadapparaat dat
voor een bepaald type accu geschikt is,
bestaat brandgevaar wanneer het met
andere accu's wordt gebruikt.
De accuspanning moet overeenko-
men met de acculaadspanning van
het oplaadapparaat. Gebruik alleen
BOSCH-opladers 18 V uit de "POWER
4 ALL"-serie. GLORIA en Bosch bie-
den u een uitgebreid assortiment
van geschikte accu's met verschillen-
de laadcapaciteiten (Ah) (zie hoofd-
stuk 11 "Accessoires/vervangingson-
derdelen").
Gebruik alleen de daarvoor bedoelde
accu's in de elektrische gereedschappen.
Het gebruik van andere accu's kan tot
verwondingen en brandgevaar leiden.
Gebruik accu of gereedschap niet, als
deze beschadigd of veranderd zijn.
Beschadigde of veranderde accu's kun-
nen onvoorspelbaar gedrag vertonen,
waardoor een brand, explosie of het
gevaar van letsel kan ontstaan.
Voorkom aanraking van de niet-
gebruikte accu met paperclips, munten,
sleutels, spijkers, schroeven en andere
kleine metalen voorwerpen die over-
brugging van de contacten kunnen ver-
oorzaken. Kortsluiting tussen de accu-
contacten kan brandwonden of brand
tot gevolg hebben.