Storing
Temperatuurindicatie
(vriesvak) knippert.
Er klinkt een waar-
schuwingssignaal, het
temperatuurdisplay
(vriesvak) knippert en
brandt.
Temperatuur wijkt erg
af van de instelling.
Bodem van het koel-
vak is nat.
Het apparaat borrelt,
zoemt of gorgelt of
klikt.
Apparaat produceert
geluiden.
Oorzaak en probleemoplossing
Temperatuur in het vriesvak was te hoog.
Druk op
.
1.
De temperatuurindicatie (vriesvak) geeft kort de
a
warmste temperatuur weer die in het vriesvak heeft
geheerst. Daarna toont de temperatuurindicatie
(vriesvak) opnieuw de ingestelde temperatuur.
Druk op
.
2.
De temperatuurindicatie (vriesvak) knippert niet
a
meer.
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Druk op
.
▶
Schakel het alarm uit.
a
Deur van het apparaat is open.
Sluit de deur van het apparaat.
▶
Externe ventilatieopeningen zijn afgedekt.
Verwijder hindernissen vóór de externe ventilatie-
▶
openingen.
Er zijn grotere hoeveelheden verse levensmiddelen in-
geruimd.
Overschrijd het vriesvermogen niet.
▶
→ "Invriescapaciteit", Pagina 105
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Schakel het apparaat uit. → Pagina 102
1.
Schakel het apparaat na ca. 5 minuten opnieuw in.
2.
→ Pagina 101
Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de
‒
temperatuur na een paar uur opnieuw.
Als de temperatuur te laag is, controleer de tem-
‒
peratuur dan de volgende dag opnieuw.
De dooiwatergoot of het afvoergat is verstopt.
De dooiwatergoot en het afvoergat reinigen.
▶
→ Pagina 108
Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen.
Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in-
of uit.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Uitrustingsdelen wiebelen of klemmen.
Controleer de uitneembare uitrustingsdelen en zet
▶
ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of containers raken elkaar.
Storingen verhelpen nl
111