Télécharger Imprimer la page

Active AC 400 Manuel D'instructions Et De Mise En Route page 20

Publicité

OPGELET: Let er bij het monteren op dat u de gaskabel niet
knakt of beschadigt: dit zou een slechte werking van de be-
dieningselementen tot gevolg kunnen hebben.
V
O
O
V
l u
d
e
m
t o
r o
m
t e
l o
e i
i f (
De machine wordt geleverd zonder olie in de motor. Doe
hetvolgende voordat u de motor start :
1. Plaats de machine op een vlakke ondergrond.
2. Trek de pijstok uit de motor waarbij de dop tegen de klok
in gedraaid moet worden.
3. Giet langzaam 0.6 liter olie in de motor (gebruik een zuive-
re olie van hoge kwaliteit, SAE10W-30).
4. Laat de die voor een paar minuten inzakken.
5. Maak de pijstok schoon en plaats hem terug in de motor.
6. Trek de pijlstok er opnieuw uit en controleer of het olieni-
veau juist beneden "FULL" of "MAX" staat.
N.B.: Vul de motor niet boven de "FULL" of "MAX" streep
daar dit de motor kan beschadigen.
W
A
A
R
S
C
H
U
W
N I
: G
1. Om uw motor in goede conditie te houden dient de olie
regelmatig.
2. Als de machine in warme en sto ge omstandigheden
gebruik wordt dient de olie vaker ververst te worden.
3. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar de hand-
leiding die door de motor werd bijgesloten.
Het vullen van de benzinetank ( g. 2)
Gebruik loodvrije autobenzine.
1. Maak de omgeving van de benzinevuldop schoon.
2. Verwijder de bnzinetankdop en vul de tank tot ongeveer 2
cm van de rand met benzine.
BELANGRIJK :
1. Behandel benzine altijd met de grootste voorzichti-
gheid.
2. Vul altijd benzine bij in de buitenlucht, gebruik een
schone trechter om morsen te voorkomen. Verwijder
eventueel gemorste benzine onmiddellijk.
3. Vul alleen benzine bij als de motor koud is, vul nooit
meer benzine bij dan 15 mm onder de rand van de tank
daar benzine uitzet bij verwarming.
4. Bij het vullen van de tank verre van open vuur en
vonken blijven en NIET roken.
5. Meng nooit olie met benzine. (Zie gebruikshandleiding
van de motor voor meer informatie over olie en benzine).
N I
S
T
R
U
K
T
E I
S
V
O
D
e i
p
e t
a
s f
e t
l l
n i
g
1. Plaats uw VERTICUT machine op uw gazon indien mogelijk
op een vlakke ondergrond.
2. Stel de werkdiepte af met de knop die zich aan de bo-
venkant van de rechterduwboom bevindt.
N.B.: De werkdiepte moet afgesteld worden naargelang
het type rotorkit dat op uw machine is gemonteerd.
3. Om de werkdiepte af te stellen moet knop 2 (Fig. 3) ge-
draaid worden. Met de klok mee wordt de werkdiepte
R
B
E
R
E
D I
N I
G
. g
) 2
O
R
D
O
L E
M
A
T
G I
G
E
B
R
groter ; indien tegen de klok in gedraaid wordt, wordt de
werkdiepte kleiner.
4. De ingestelde werkdiepte kunt u eenvoudig vaststellen
aan de hand van de sticker op het bedieningspaneel. Als
houdt dit in dat de machine op werkdiepte is. Om de mes-
manoevreerd worden.
N.B.: Indien knop 2 ( g. 3) gebruik wordt moet hendel 1 altijd
eerst in het zwarte gebied geplaast worden.
Werkinstrukties
1. Kontroleer of de bougiekabel op de bougie gemonteerd
zit.
3. Zet het brandstofkraantje open voor de inwerkinstelling
4. Sluit de starterklep wanneer u de hendel van de "choke"
activeert
Opmerking: Indien de motor warm is, hoeft de hendel van
de "choke" niet geactiveerd te worden.
5. Plaats uw voet op het dek dicht bij de sterter.
staat. Trek daarna met een stevige ruk door tot de motor
start.
7. Breng de chokehendel terug in zijn oorspronkelijke stand
nadat de motor is aangeslagen.
1) naar de duwboom om de messen te laten draaien en
voorwaarts geduwd worden d.m.v. de duwboom.
Opmerking: Wacht nadat de motor aangeslagen is ongeveer
1 tot 2 minuten voordat u de machine belast en laat de
motor langzaam warm worden. Op deze wijze kan de olie
de verschillende motorelementen bereiken hetgeen de
levensduur van de motor ten goede komt.
WAARSCHUWING:
Indien de hendel 5 ( g. 1) wordt losgelaten staan de
messen niet onmiddellijk stil. Overtuig u ervan dat deze
stil staan voordat u in de nabijheid van de messen komt.
W
A
A
R
S
C
H
Laat de machine nooit alleen met de sleutel in het slot.
O
m
d
e
m
t o
positie bewogen te worden. Zet de schakelaar op
uit ("0", "OFF").
U
K I
Tijdens het maaien
1. Houd Kinderen en huisdieren tijdens het maaien altijd uit
2. Voor u begint te maaien, verwijder eerst alle voorwerpen
(bv.: stenen. stokken, touw, EA.) die door het mes kunnen
4. Kontroleer voor het starten van de motor dat ofwel de
20
g. 3) het rode gebied binnenkomt
en moet hendel 1 in het zwarte gebied ge-
g. 4).
g. 4).
g. 1) totdat het startkoord strak
g. 1) naar voren. Daana kan de machine
U
W
N I
: G
r o
e t
s
o t
p
p
e
n
d
e i
t n
g. 5)
g. 5).
g. 1).
g.
d
e
g
s a
h
e
n
d
l e
n
a
r a
d
e
ector en het mes
g. 6).

Publicité

loading