BEDIENING
NL
BEDIENINGSPANEEL
8
9
7
6
1
POWER
2
MODE
3
MODE INDICATOR
4
SLEEP MODE
5
DOWN
6
SWING
7
SPEED
8
SPEED INDICATOR
9
TIMER
10
UP
26
3
10
5
4
2
Druk op deze knop om het apparaat aan of uit te
zetten.
Druk op deze knop om te schakelen tussen ventile-
ren, verwarmen, koelen en ontvochtigen.
In dit display wordt de ingestelde stand weergege-
ven (koelen / verwarmen / ontvochtigen / ventile-
ren).
Druk op deze knop om de slaapstand aan of uit te
zetten.
Druk op deze knop om de temperatuur te verlagen
of timertijd te verkorten.
Hiermee stelt u de verticale luchtstroom in.
Schakelen tussen de hoge, gemiddelde en lage
ventilatorsnelheid.
Deze lampjes geven de geselecteerde ventilator-
snelheid aan (hoog / gemiddeld / laag).
Druk op deze knop om een timer in te stellen om
het apparaat automatisch te starten of stoppen.
Druk op deze knop om de temperatuur te verhogen
(16 °C-32 °C) of timertijd te verlengen.
AFSTANDSBEDIENING
6
1
7
1.
POWER - Apparaat aan- en uitzetten.
2.
SPEED - Schakelen tussen de hoge, gemiddelde en lage ventilatorsnelheid.
3.
SWING - Verticale luchtstroom instellen.
4.
SLEEP - Slaapstand aan- en uitzetten.
5.
C
/F
- Schakelen tussen temperatuurweergave in Celsius en Fahrenheit.
o
o
6.
UP - Temperatuur verhogen of timer instellen.
7.
DOWN - Temperatuur verlagen of timer instellen.
8.
TIMER - Tijd instellen waarop het apparaat automatisch start of stopt.
9.
COOL - Koelstand inschakelen.
10. DRY - Droogstand inschakelen.
11. FAN - Ventilator instellen op HOOG (groen), GEMIDDELD (groen) of LAAG (groen).
9
10
2
8
NL
1
2
3
4
5
27