INSTALLATIE
NL
•
Haal het apparaat en de accessoires uit de doos.
•
Controleer na het uitpakken het apparaat op schade of krassen.
•
Accessoires:
1.
Afvoerslang
2.
Verbindingsstuk slang
3.
Adapter raambevestigingskit
4.
Afstandsbediening
5.
Raambevestigingskit
1
2
Kies een locatie
•
Als het apparaat schuin heeft gestaan onder een hoek van meer dan 45°, laat het dan
minimaal 24 uur rechtop staan voordat u het in gebruik neemt.
•
Zet het apparaat op een stevige, vlakke ondergrond met rondom tenminste 50 cm
vrije ruimte voor een goede luchtcirculatie.
•
Gebruik het apparaat niet dicht bij wanden, gordijnen of andere objecten die de luch-
tinlaat en -uitlaat kunnen blokkeren. Zorg dat de luchtinlaat en -uitlaat niet geblok-
keerd zijn.
•
Gebruik het apparaat nooit op de volgende plekken:
•
dicht bij een warmtebron zoals een radiator, convectorput, oven enzovoort;
•
in direct zonlicht;
•
in een omgeving met mechanische trillingen of schokken;
•
in zeer stoffige omgevingen;
•
in slecht geventileerde omgevingen;
•
op een schuine ondergrond.
WAARSCHUWING!
minimaal 12 m². Gebruik het apparaat niet op een locatie waar
lekkage van een brandbaar gas kan optreden.
24
3
4
5
Plaats het apparaat in een ruimte van
BEVESTIG DE AFVOERSLANG
De lucht van de airconditioner bevat restwarmte en vocht, die naar de buitenlucht moeten
worden afgevoerd.
Vervang de slang niet door een ander type slang en verleng de slang niet. Dit kan de effi-
ciëntie negatief beïnvloeden of ertoe leiden dat het apparaat uitschakelt vanwege te lage
tegendruk.
Bevestig het verbindingsstuk aan een
uiteinde van de afvoerslang.
Breng de bevestigingskit op lengte
voor uw raam. Bevestig de afvoer-
slang aan de raambevestigingskit.
Bevestig de slang aan de luchtuitlaat
op het apparaat.
Bevestig de adapter voor de raambe-
vestigingskit aan het andere uiteinde.
Sluit het raam om de bevestigingskit
vast te zetten. Zorg dat de beves-
tigingskit stevig vastzit en zet die
indien nodig vast met tape. Het is het
beste om de spleet tussen de adap-
ter en de zijkant van het raam goed
af te dichten, zodat de airco optimaal
efficiënt kan werken.
Verstel de slang tot de goede lengte;
buig de slang zo min mogelijk. Plaats
de airconditioner in de buurt van een
stopcontact.
Verstel de lamellen en zet het
apparaat aan.
NL
25