– Wanneer de juiste waarde is ingesteld,
drukt u nogmaals op de toets FUNC.
De BMI-functie is nu geactiveerd.
– Laat de patiënt op de weegschaal stap-
pen. Daar moet de patiënt rustig blijven
staan.
– Lees de BMI op het digitale display af en
vergelijk deze met de categorieën op
bladzijde 156.
– Om weer naar het normale weegproces
terug te keren, drukt u op de toets
FUNC.
– Om de weegschaal uit te schakelen,
drukt u opnieuw op de starttoets.
Evaluatie van de Body-Maat-Index voor volwassenen:
Vergelijk de vastgestelde waarde met de onderstaande categorieën, die overeenkomen
met de door de WHO, 2000 gebruikte categorieën.
• BMI onder 18,5:
Attentie, de patiënt weegt te weinig. Er kan een tendens tot magerzucht bestaan. Een
toename van het gewicht wordt aanbevolen om het welbevinden en prestatievermo-
gen te verbeteren. In geval van twijfel dient een specialist te worden geconsulteerd.
• BMI tussen 18,5 en 24,9:
De patiënt heeft normaal gewicht en kan zo blijven als hij is.
• BMI tussen 25 en 30 (Präadipositas):
De patiënt heeft licht tot matig overgewicht. Hij moet zijn gewicht reduceren, indien er
al klachten zijn opgetreden. (bijv. diabetes, hoge bloeddruk, jicht, aandoening van de
vetstofwisseling).
• BMI boven 30:
Afvallen is dringend noodzakelijk. Stofwisseling, bloedsomloop en botten worden be-
last. Een consequent dieet wordt aanbevolen evenals veel beweging en een gedrags-
therapie. In geval van twijfel dient een specialist te worden geconsulteerd.
Wegen met Pre-Tarra
Wanneer de pre-tarra-functie geactiveerd is wordt een opgeslagen gewichtswaarde van
het actueel gemeten gewicht afgetrokken. Deze functie is bijvoorbeeld handig wanneer
het gewicht van een rolstoel niet meegerekend moet worden.
– Druk bij onbelaste weegschaal op de
starttoets.
Op het display verschijnen achtereen-
volgens
,
SE(A
88888
de weegschaal automatisch op nul ge-
zet en bedrijfsklaar.
– Druk op de toets FUNC.
In het display verschijnt de functie die
het laatst werd gebruikt.
156
en
. Daarna is
0. 0