Montage
■
Houd een veiligheidsafstand t.o.v. dieren of
schakel de pomp uit als er dieren in de buurt
komen.
3.2
Elektrische veiligheid
■
Wanneer er zich personen in het zwembad of
de tuinvijver bevinden, mag de pomp niet
worden bediend.
■
De netspanning in huis moet overeenstem-
men met de vermeldingen voor netspanning
in de Technische Gegevens; gebruik geen
andere voedingsspanning.
■
De pomp mag uitsluitend worden gebruikt
met een elektrische inrichting die voldoet aan
de vereisten vermeld in DIN/VDE 0100, Para-
graaf 737, 738 en 702. Ter beveiliging moet
een hoofdschakelaar van 10 A en een aard-
lekschakelaar met een nominale lekstroom
van 10/30 mA worden geïnstalleerd.
■
Gebruik alleen een verlengingskabel die ge-
schikt is voor gebruik buitenshuis en met een
minimale doorsnede van 1,5 mm
een kabeltrommel altijd helemaal af.
■
Beschadigde of sterk verslechterde verlen-
gingskabels mogen niet gebruikt worden.
■
Vooraf aan de inbedrijfstelling de hoeda-
nigheid van uw verlengkabel controleren.
■
Indien de aansluitkabel verlengd moet wor-
den, mag er alleen een kabel van het type
H07RN-F en een verbindingsmof worden ge-
bruikt. Deze werkzaamheid mag alleen door
een elektrotechnisch deskundige worden uit-
gevoerd.
■
Als de voedingskabel beschadigd is moet hij
door de fabrikant, zijn klantenservice of een
soortgelijk gekwalificeerd persoon worden
vervangen om gevaren te voorkomen.
4 MONTAGE
4.1
Pomp plaatsen
1. Vlakke en stevige standplaats voorbereiden.
2. Pomp horizontaal en veilig voor overspoeling
splaatsen.
3. Pomp indien nodig aan de bevestigingspun-
ten (7) vastdraaien.
■
De pomp moet beschermd zijn tegen regen
en eventuele rechtstreekse waterstralen.
OPMERKING Voor dagelijks gebruik (auto-
matisch bedrijf) moet door passende maatrege-
len worden verhinderd dat de pomp bij storingen
gevolgschade kan ondervinden door overstro-
ming van de installatieruimte.
467777_i
4.2
dingen aan de pompingang te monteren. U voor-
komt zo dat er mechanische druk of trekkracht op
de pomp wordt uitgeoefend.
1. Kies de lengte van de zuigleiding (17) zo, dat
2. Zuigleiding aansluiten. Let op een dichte aan-
3. Als het water in geringe mate zandhoudend
4. De zuigleiding moet altijd omhoog lopend
dan 4 m, moet een zuigslang met een diameter
2
. Wikkel
van meer dan 1" worden gemonteerd. Wij raden
het gebruik aan van een AL-KO aanzuigset met
aanzuigslang, aanzuigkorf en terugstroomafslui-
ter. Informeer bij uw vakhandel.
4.3
1. Verbindingsnippel (15) met de ronde afdicht-
2. Elleboogstuk (13) met afdichting (14) op de
3. Drukleiding (11) aan het elleboogstuk (13)
5 INBEDRIJFSTELLING
verschijnt alle informatie op het display in het En-
gels. De gewenste taal met de MODE-toets se-
lecteren en met de SET-toets bevestigen. De
luchtdruk in het voorraadreservoir kan nu worden
getest.
5.1
1,5 en hoger dan 1,9 bar kan de pomp niet wor-
den gebruikt. De pomp start dan niet
1. Netstekker van de pomp losnemen.
2. Sluitdeksel klep (27) aan de achterkant van
Aansluiten van zuigleiding
OPMERKING Wij adviseren om flexibele lei-
de pomp niet kan drooglopen. De zuigleiding
moet zich altijd ten minste 30 cm onder het
wateroppervlak bevinden.
sluiting zonder de schroefdraad te beschadi-
gen.
is, moet tussen de zuigleiding en de pompin-
gang een voorfilter worden gemonteerd. In-
formeer hiernaar bij uw vakhandel.
worden gemonteerd.
OPMERKING Als de aanzuighoogte meer is
Monteren van drukleiding
ring (16) in de pompuitgang (4) draaien.
verbindingsnippel (15) draaien en het elle-
boogstuk in de gewenste richting draaien.
bevestigen.
OPMERKING Bij de eerste inbedrijfstelling
Luchtdruk controleren in
voorraadreservoir
OPMERKING Bij een luchtdruk lager dan
het vooraadreservoir (6) omhoogschuiven.
29