®
®
ABITIG
GRIP, ABITIG
GRIP AT/WT
2.3
Veiligheidsaanwijzingen voor elektrische apparatuur
► Controleer elektrische gereedschappen op eventuele beschadigingen
en op hun foutloze en functiegerichte werking.
► Stel elektrische gereedschappen niet bloot aan regen en vermijd een
vochtige of natte omgeving.
2.4
Veiligheidsaanwijzingen voor lassen
► Vlambooglassen kan ogen, huid en gehoor beschadigen. Houd er
rekening mee dat in verbinding met andere lascomponenten verdere
gevaren kunnen optreden. Draag daarom altijd de voorgeschreven
beschermende kleding in overeenstemming met de lokale voorschriften.
► Alle metaaldampen, in het bijzonder lood, cadmium, koper en beryllium,
zijn schadelijk. Zorg voor voldoende ventilatie of afzuiging.
Grenswaarden beroepsmatige blootstelling (OEL's).
► Spoel werkstukken die met gechloreerde oplosmiddelen worden ontvet
met schoon water af om fosgeenvorming te vermijden. Plaats geen
chloorhoudende ontvettingsbaden in de nabijheid van de laslocatie.
2.5
Veiligheidsaanwijzingen voor beschermende kleding
► Draag geen wijde kleding of sieraden.
► Draag bij lang haar een haarnet.
2.6
Veiligheidsaanwijzingen voor gebruik
► Overschrijd nooit de in de documentatie aangegeven maximale
belastingswaarden. Overbelasting leidt tot onherstelbare schade.
► Voer geen constructieve wijzigingen aan dit apparaat uit.
2.7
Classificatie waarschuwingen
De gebruikte waarschuwingen zijn onderverdeeld in vier niveaus en worden
voor mogelijk gevaarlijke werkzaamheden gebruikt.
GEVAAR
Duidt op een direct dreigend gevaar met het zwaarst denkbare lichamelijk letsel of de dood tot gevolg.
WAARSCHUWING
Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie met zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg.
VOORZICHTIG
Duidt op een mogelijk schadelijke situatie met lichte verwondingen tot gevolg.
LET OP
Duidt op een gevaar dat de arbeidsresultaten negatief kan beïnvloeden of materiële schade en onherstelbare schade aan het apparaat of de uitrusting tot
gevolg kan hebben.
2.8
Handelwijze bij noodgeval
► Onderbreek in geval van nood meteen de volgende voorzieningen:
elektrische energievoorziening, koelmiddelvoorziening en
beschermgasvoorziening.
► Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door isolerende onderlagen
te gebruiken en droge kleding te dragen.
► Gebruik de elektrische gereedschappen niet in zones, waar brand- of
ontploffingsgevaar bestaat.
► In combinatie met diverse lastoortsen kunnen andere gevaren optreden,
bijvoorbeeld door: elektrische stroom (lasstroombron, interne stroomkring),
lasspatten met betrekking tot brandbare stoffen of stoffen met
ontploffingsgevaar, UV-straling van de lichtboog, rook en dampen.
► Leef de algemene brandpreventiebepalingen na en verwijder voor
aanvang van de werkzaamheden brandgevaarlijke materialen uit de
omgeving van de laswerkplaats. Voorzie de werkplek van geschikte
brandblusapparatuur.
► Draag tijdens het gebruik en in verband met het lasproces een
veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen en, indien nodig, een
ademhalingsmasker.
► Gebruik bij toepassing in de buitenlucht geschikte bescherming tegen
weersinvloeden.
Afhankelijk van de aard van het gevaar worden de volgende
signaalwoorden gebruikt:
► Houd de documentatie van de lastechnische componenten aan.
2 Veiligheid
NL - 5