Code
Beschrijving
301
Te hoge stroom (AC)
302
Te hoge stroom (DC)
303
Te hoge temperatuur in DC-module
304
Te hoge temperatuur in AC-module
305
Geen stroomvoeding ondanks geslo-
ten relais
Er is te weinig PV-vermogen voor le-
306
vering aan het net beschikbaar
DC low
307
(DC laag) DC-ingangsspanning te
laag voor levering aan het net
BELANGRIJK! Op grond van een zwakke zoninstraling verschijnen elke ochtend en avond logischerwijs de sta-
tusaflezingen 306 (Power low) en 307 (DC low). Aan deze statusaflezingen ligt geen fout ten grondslag.
308
Spanning tussencircuit te hoog
DC-ingangsspanning MPPT 1 te
309
hoog
311
DC-strings omgepoold
313
DC-ingangsspanning MPPT2 te hoog
314
Time-out kalibrering van stroomsen-
sor
315
Fout in AC-stroomsensor
316
InterruptCheck fail (Fout in interrupt-
controle)
325
Te hoge temperatuur in aansluitge-
deelte
326
Fout in ventilator 1
327
Fout in ventilator 2
*) Indien de statusaflezing continu wordt weergegeven: door Fronius geschoolde onder-
houdsmonteur waarschuwen
**) Storing wordt automatisch opgeheven; Treedt de statusaflezing steeds opnieuw op,
neem dan contact op met uw installatiemonteur
Statuscodes -
Statuscodes van klasse 4 vereisen voor een deel ingrijpen door een door Fronius ge-
klasse 4
schoolde servicemonteur.
Code
Beschrijving
401
Communicatie met vermogensfasedeel
niet mogelijk
406
Temperatuursensor AC-module defect
(L1)
407
Temperatuursensor AC-module defect
(L2)
408
Te hoge DC in elektriciteitsnet gemeten
Gedrag
Kortstondige onderbreking van
de levering aan het net.
De inverter begint opnieuw met
de opstartfase.
Kortstondige onderbreking van
de levering aan het stroomnet.
De inverter begint opnieuw met
de opstartfase.
Kortstondige onderbreking van
de levering aan het stroomnet.
De inverter begint opnieuw met
de opstartfase.
Kortstondige onderbreking van
de levering aan het net
De inverter begint opnieuw met
de opstartfase.
Kortstondige onderbreking van
de levering aan het net
De inverter begint opnieuw met
de opstartfase.
Kortstondige onderbreking van
de levering aan het stroomnet.
De inverter begint opnieuw met
de opstartfase.
Gedrag
Zo mogelijk herstelt de in-
verter de levering aan het
net na het automatisch op-
nieuw inschakelen
Verhelpen
*)
Koelluchtgleuf en koelli-
chaam uitblazen; **)
**)
op voldoende zoninstra-
ling wachten;
**)
**)
*)
Verhelpen
*)
171