7. Schakel het maaidek in en laat het werken op
volgas totdat het maaidek schoon is. Raadpleeg
maaidek (TS 112) inschakelen en ontkoppelen op
pagina 103 of Het maaidek (TS 114) inschakelen en
ontkoppelen op pagina 103 .
8. Schakel het maaidek uit en zet de motor uit. Zie
maaidek (TS 112) inschakelen en ontkoppelen op
pagina 103 of Het maaidek (TS 114) inschakelen en
ontkoppelen op pagina 103 en Motor uitschakelen
op pagina 104 .
9. Stop de watertoevoer en koppel de tuinslang los van
de reinigingspoort van het dek.
10. Zet de machine op een droog gedeelte.
11. Ga op de stoel zitten en start de motor. Raadpleeg
De motor starten op pagina 102 .
12. Schakel het maaidek in en laat het werken totdat het
maaidek droog is.
Luchtinlaat van motor reinigen
WAARSCHUWING:
De luchtinlaat heeft draaiende onderdelen
die letsel aan uw vingers kunnen
veroorzaken.
•
Open de motorkap. Controleer of de luchtinlaat op
de motor niet geblokkeerd is. Verwijder gras en vuil
met een borstel.
De koelventilator op de transmissie reinigen
WAARSCHUWING:
De koelventilaltor draait en kan letsel aan uw
vingers veroorzaken.
108
1. Reinig de koelventilator met perslucht door de
Het
Het
De motorkap verwijderen en
aanbrengen
Stop de motor.
1. Open de motorkap.
2. Koppel de bedradingsstekker (A) van de koplamp
3. Kantel de motorkap naar voren en til de motorkap op
4. Monteer de motorkap in omgekeerde volgorde van
Het lampje van de koplamp vervangen
1. Open de motorkap.
2. Draai de lamphouder iets naar links en trek deze uit
Stop de motor.
3. Vervang de lamp in de lamphouder.
4. Druk de lamphouder in de reflector.
5. Draai de lamphouder iets naar rechts om hem te
6. Sluit de motorkap.
De parkeerrem controleren
1. Parkeer het product op een harde ondergrond die
opening in het chassis boven het linker achterwiel.
A
los.
om deze van het product te verwijderen.
verwijderen.
de reflector.
monteren.
afloopt.
1825 - 004 - 10.11.2023