Smeerschema
A
A
A
A. Algemene smering. Smeer de spilaansluiting en de
tanden van het sectortandwiel en de stuurkolom.
B. Motorsmering. Raadpleeg
controleren op pagina 115 .
Product reinigen
OPGELET:
hogedrukspuit of stoomreiniger. Water kan
in lagers en elektrische aansluitingen
dringen en corrosie veroorzaken die tot
schade aan het product kan leiden.
Reinig het product direct na gebruik.
•
Reinig geen hete oppervlakken zoals de motor, de
uitlaatdemper en het uitlaatsysteem. Wacht tot de
oppervlakken zijn afgekoeld en verwijder daarna
gras of vuil.
•
Gebruik eerst een borstel om te reinigen, voordat
u water gebruikt. Verwijder maaisel en vuil van
en rondom de transmissie, de luchtinlaat van de
transmissie en de motor.
•
Reinig de bovenkant van het maaidek, onder de
riemafdekkingen en onder het maaidek. Het maaidek
Het maaidek reinigen op pagina 107 .
reinigen, zie
•
Gebruik stromend water uit een slang om het
product te reinigen. Gebruik geen hogedrukspuit.
•
Richt de waterstraal niet op elektronische
componenten of lagers. Reinigingsmiddelen kunnen
schade veroorzaken.
•
Start het maaidek na het reinigen en laat de motor
kort draaien om waterresten te verwijderen.
De motor en de uitlaatdemper reinigen
Houd de motor en de uitlaatdemper vrij van grasresten
en vuil. Grasresten vol olie of brandstof die in contact
komen met de motor, zorgt voor meer kans op brand
en kan ook tot oververhitting van de motor leiden. Laat
1825 - 004 - 10.11.2023
A
A
B
Het motoroliepeil
Gebruik geen
de motor afkoelen voordat u die schoonmaakt. Reinigen
met water en een borstel.
Grasresten rond de uitlaatdemper drogen snel en
vormen een brandgevaar. Gebruik een borstel of
verwijder de grasresten met water wanneer de
uitlaatdemper koud is.
Het maaidek reinigen
WAARSCHUWING:
product niet als de reinigingspoort van het
dek defect is of ontbreekt. Er bestaat gevaar
voor wegslingerende objecten. Vervang een
defecte of ontbrekende reinigingspoort van
het dek onmiddellijk.
1. Parkeer het product in een schoon gebied op uw
gazon dat zich in de buurt van een waterpunt met
een tuinslang bevindt.
OPGELET:
of het product niet in de richting van
gebouwen of voertuigen.
2. Controleer of het maaidek is ontkoppeld. Raadpleeg
Het maaidek (TS 112) inschakelen en ontkoppelen
op pagina 103 of Het maaidek (TS 114) inschakelen
en ontkoppelen op pagina 103 .
3. Stop de motor. Raadpleeg
pagina 104 .
4. Schakel de parkeerrem in. Raadpleeg
parkeerrem inschakelen en uitschakelen op pagina
102 .
5. Sluit een tuinslang (A) aan op de reinigingspoort (B)
van het dek en start de watertoevoer.
A
B
6. Ga op de stoel zitten en start de motor. Raadpleeg
De motor starten op pagina 102 .
OPGELET:
opnieuw om er zeker van te zijn dat het
vrij is voordat u de motor start.
Gebruik het
Positioneer de uitworp
Motor uitschakelen op
De
Controleer het gebied
107