5. Zet het maaidek in de hoogste stand. Raadpleeg
Maaihoogte afstellen (TS 112) op pagina 103 of
Maaihoogte afstellen (TS 114) op pagina 103 .
De motor starten
1. Controleer of het maaidek is ontkoppeld. Raadpleeg
Het maaidek (TS 112) inschakelen en ontkoppelen
op pagina 103 of Het maaidek (TS 114) inschakelen
en ontkoppelen op pagina 103 .
2. Zet de stoel in de werkstand.
3. Schakel de parkeerrem in. Raadpleeg
parkeerrem inschakelen en uitschakelen op pagina
102 .
4. Duw de gashendel naar de stand voor halfgas (A).
A
5. Draai de contactsleutel naar de startstand. Laat de
contactsleutel onmiddellijk los wanneer de motor
start. De contactsleutel gaat automatisch terug naar
de stand ON (I) wanneer u deze loslaat.
OPGELET:
niet langer dan 5 seconden per keer.
Als de motor niet start, wacht dan
15 seconden voordat u het opnieuw
probeert.
6. Laat de motor 3-5 minuten draaien met halfgas
voordat u de motor bij zware belasting gebruikt.
102
De
B
Bedien de startmotor
7. Duw de gashendel naar de stand voor volgas (B).
A
OPGELET:
het maaidek terwijl de motor met volle
snelheid draait, veroorzaakt spanning op
de aandrijfriemen. Schakel het maaidek in
voordat u de gashendel in de stand voor
volgas zet.
In- en uitschakelen van het
aandrijfsysteem
Om het product te verplaatsen met uitgeschakelde
motor dient u het aandrijfsysteem uit te schakelen.
OPGELET:
hendel helemaal uittrekt of induwt. Gebruik
geen tussenliggende standen.
De hendel voor het in- of uitschakelen van het
aandrijfsysteem bevindt zich achter het rechter
achterwiel.
•
Duw de hendel helemaal in om het aandrijfsysteem
in te schakelen.
•
Trek de hendel helemaal uit om het aandrijfsysteem
uit te schakelen.
De parkeerrem inschakelen en
uitschakelen
•
Voer de volgende stappen uit om de parkeerrem in
te schakelen.
B
Het inschakelen van
Zorg ervoor dat u de
1825 - 004 - 10.11.2023