NEDERLANDS
GEBRUIKSHANDLEIDING VOOR
PLAFONDINBOUWLAMP
HORN 2 TURNO
Lees deze korte handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor later
gebruik op een toegankelijke plaats!
VEILIGHEIDSVERWIJZINGEN
Niet- naleving van de veiligheidsinstructies kan tot levens-,
verbrandings- of brandgevaar leiden!
Installatie, montage en aansluitingen mogen slechts gebeuren door een
erkend electricien.
Het product mag niet veranderd of gemodificeerd worden.
Niets aan het product hangen of bevestigen, zeker geen versieringen.
Gebruik voor het verstellen steeds de verstelvoorziening aan een lamp, als
deze aanwezig is.
Het product niet afdekken. De luchtcirculatie niet beperken.
In het geval van fout mag u het product niet meer aanraken. Product
meteen uitschakelen door de externe lichtschakelaar te bedienen of door
de geleider aan de beveiliging vrij te schakelen!
Er bestaat een geval van fout indien
er zichtbare beschadigingen zijn.
het product niet foutloos werkt (bv. indien het flikkert).
het kwalmt, stoomt, of hoorbaar kraakt.
er brandlucht ontstaat.
er een oververhitting te zien is (bv. d.m.v. verkleuringen, ook aan
aanliggende vlakken).
Product pas gebruiken nadat het door een erkend electricien werd
gerepareerd en gecontroleerd!
Het product is niet voor het gebruik door kinderen bestemt. Stel zeker, dat
kinderen door het product niet gewond kunnen raken, b. v. brandwonden
door hete oppervlakten of elektrische schok.
Verdere veiligheidsaanwijzingen zijn met dit symbool:
GEBRUIK AANGEPAST AAN DE DOELEINDEN
Dit product dient alleen voor verlichtingsdoeleinden en mag:
uitsluitend met een spanning van 230V ~50Hz gebruikt worden.
slechts overeenkomstig met beschermklasse I (een) aangesloten
worden.
uitsluitend op een stabiele, vlakke en kiepveilige ondergrond vast
gemonteerd gebruikt worden.
uitsluitend op normale, c.q. niet ontvlambare oppervlakten gebruikt
worden.
alleen in droge omstandigheden, dus niet:
in vochtige ruimtes of plaatsen waar het vuil kan worden.
op plaatsen met een hoge luchtvochtigheid gebruiken.
mag niet aan zware mechanische belasting of sterke vervuiling worden
blootgesteld.
GEBRUIK
De afstand tussen lichtbron en bestraald oppervlak moet tenminste
0,5m
bedragen. Bijzondere voorzichtigheid geldt voor licht ontvlambare
voorwerpen (b. v.: vitrage en overgoordijnen, loof, etc.).
INSTANDHOUDING EN VERZORGING
Lichtbron
Voor afloop van de levensduur de lichtbronnen steeds op tijd uitwisselen,
om schade aan personen, de lamp zelf of andere voorwerpen te voorkomen.
Het product eerst spanningsvrij schakelen en de lichtbron vóór het wisselen
laten afkoelen.
Slechts lichtbronnen gebruiken die toegelaten zijn voor de lamp. Gegevens
m.b.t. toegelaten lichtbronnen bevinden zich op het typeplaatje.
Toegestane lichtbronnen: 113110/11: QPAR51, GU10, 50W max. //
113131: QPAR111, GU10, 50W max.
Vervangen van de lichtbron
Neemt u de klemring uit de lichtbronhouder.
Gebruikte lichtbron verwijderen.
Zet u de niewe lichtbron in de fitting door hem zacht in de richting van de
wijzers van de klok te draaien.
Lichtbron d.m.v. de klemring beveiligen.
Verzorging
Schakel eerst het complete product spanningsvrij en laat het afkoelen, voor
u schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden aan het product uitvoert.
Product slechts met een bevochtigd en zacht doekje zonder pluisjes
schoonmaken. Ook a.u.b letten op eventueel bijgevoegde onderhoud- en
schoonmaakaanwijzingen.
OPSLAG EN AFVALVERWERKING
Opslag
Het product moet droog en beschermd tegen vervuiling en mechanische
belasting worden opgeslagen.
Na een vochtige of vervuilde opslag mag het product pas na een
statustest door een erkend elektricien gebruikt worden.
Afvalverwijdering (Europese Unie)
Het product niet via het huishoudelijk afval weggooien! Producten met dit
.
symbool dienen in overeenstemming met richtlijn (WEEE, 2003/108) via
elektrische en elektronische apparatuur bij de plaatselijke inzamelpunten voor
elektrisch afval te worden verwijderd!
MONTAGE
(slechts door een erkend electricien!)
Stroomvoorziening / aansluitingsleiding spanningsvrij schakelen voordat
enig werk uit wordt gevoerd!
Slechts delen gebruiken die met het product meegeleverd worden of
definitief als toebehoren worden beschreven!
Controleren of er losse onderdelen in het product zijn. Indien dit het geval is
en deze onderdelen niet expliciet zijn beschreven, mag het product niet worden
geïnstalleerd of gebruikt.
Het bijgaande bevestigingsmateriaal slechts gebruiken als het geschikt is
voor de montageondergrond. Indien dit niet get geval is, bevesti-gingsmateriaal
gebruiken dat geschikt is voor de montagondergrond.
Uitpakken
Product voorzichtig uit de verpakking nemen en transportbescherming
verwijderen.
Voordat het verpakkingsmateriaal wordt weggegooid, gelieve te controleren of
alle onderdelen van het product voltallig zijn.
Montageplaats
Het product is slechts geschikt voor inbouw in het plafond.
Let op de veiligheidsaanwijzing voor de afstand tot het te bestralen
oppervlak in het hoofdstuk GEBRUIK.
Afhankelijk van de gebruikte lichtbron kann het oppervlak van de lamp heet
worden. Bij het gebruik van hallogeenlampen mag de lamp slechts op een
minimumhoogte van 2,50 m, buiten handbereik, gemonteerd en gebruikt
worden.
Let u op de minimale afstand in het plafond! Zijdelingse afstand min. 5 cm.
Houdt voldoende afstand van brandbare materialien. De opgegeven
inbouwdiepte is een minimummaat. Afhankelijk van de inbouwsituatie kan de
benodigde inbouwdiepte groter zijn. Dit is in het bijzonder het geval, wanneer
zich boven de lamp brandbare materialien bevinden of om voldoende
beluchting te waarborgen.
Het product niet afdekken, vooral niet met isolatiemateriaal:
Afzonderlijke stappen in de montage (voor montage geheel doorlezen)
Monteer de lamp zoals in de afbeelding wordt getoond.
Inbouwopening markeren en uitsnijden. Let erop dat u de toevoerleiding
niet beschadigt. De noodzakelijke uitsnijding bedraagt:
113110/11:
L/B: 17,2/Ø10,2 cm
113131:
L/B: 32,6/Ø19,1 cm
Verwijder de afdekking op de aansluitklem.
Draai de trekontlasting los. Voer de aansluitkabel doorheen de
trekontlasting.
Elektrische aansluiting
Het product moet door een veelpolige scheiding van het
elektriciteitsnet gescheiden kunnen worden.
Voor de elektrische aansluiting verbindt u de zwarte of bruine draad
(buitenleiding) van de aansluitleiding met klemmetje L en de blauwe
draad (neutrale leiding) van de aansluitleiding met klemmetje N. De
groengele draad (beschermleiding) van de aansluitleiding wordt met
de aardingsklem
van het product vastgeschroefd.
Schroef de trekontlasting aan voor de veiligheid van de aansluitkabel.
Breng de afdekking van de klem opnieuw aan.
Richt u de twee montagepluimen in richting van de montage uit en zet u ze
in het plafondfragment.
Inzetten van de lichtbron
Neemt u de klemring uit de lichtbronhouder.
Zet u de lichtbron in de fitting door hem zacht in de richting van de
wijzers van de klok te draaien.
Lichtbron d.m.v. de klemring beveiligen.
Gelieve onberispelijke functie en veilig houvast van de lamp te
verifiëren!
artnr. 113110/11 113131 © 30.04.2014 SLV Elektronik GmbH,
Daimlerstr. 21-23, 52531 Übach-Palenberg, Germany,
Tel. +49 (0)2451 4833-0
Behoudens technische wijzigingen.
.