de naald van draad voorziet;
de onderste spoel vervangt;
een onderdeel vervangt;
de machine schoonmaakt;
na elk gebruik.
6. Schakel de machine nooit in wanneer er draad op de
naald is geregen maar er geen stof op de machine
aanwezig is. Dit kan de machine beschadigen.
7. Houd uw handen op elk moment uit de buurt van de
naald, het handwiel, de bovendraad-spanningsknop en de
patroonkeuzeknop wanneer het apparaat in werking is.
8. Probeer nooit de behuizing van het apparaat te openen en
probeer nooit zelf het apparaat te repareren. Dit kan een
elektrische schok veroorzaken.
9. Laat het apparaat nooit zonder toezicht achter wanneer
het in gebruik is.
10. Schakel het apparaat uit of haal de stekker uit het
stopcontact wanneer u het apparaat zonder toezicht
achterlaat.
11. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u onderhoud
op het apparaat uitvoert.
12. Dit apparaat werd niet ontworpen voor commercieel
gebruik.
13. Gebruik het apparaat niet buitenshuis.
14. Gebruik het apparaat niet voor andere doeleinden dan het
beoogde doel.
15. Gebruik het apparaat nooit als het op enigerlei wijze
beschadigd is.
16. Wanneer de naaimachine niet wordt gebruikt, schakel het
uit, haal de stekker uit het stopcontact en verwijder de
voetpedaal.
17. Berg het apparaat op in een droge en geventileerde
ruimte.
- 49 -