Voorzichtig:
De camera is voorzien van twee lichtsluizen om de uitgangsposities voor draaien en kantelen te
kunnen justeren. Als de lichtsluizen gedurende lange tijd niet meer worden onderbroken, kan dit
leiden tot onnauwkeurigheden bij het aansturen van de presetposities. Daarom moeten de
kalibratiepunten bij 0° kanteling en180° rotatie ten minste éénmaal gedurende elke tour of
patroon worden doorlopen. De coördinaten kunnen in het videobeeld worden weergegeven. Dit
proces is op pag. 27 ("OSD DISPLAY") beschreven.
E. AUTO SCAN
De Auto Scan-functie biedt de mogelijkheid om de camera tussen twee hoeken te laten
kantelen of in een instelbare kantelpositie een eindeloze draaiing te laten uitvoeren.
•
De toetscombinatie 66 + PRESET (Maxpro: 86 + PRESET) start de Auto Scan-functie,
nadat Auto Scan is geconfigureerd.
•
De Auto Scan-functie kan ook via de toets AUTO SCAN gestart worden.
AUTO SCAN
BEGINHOEK
EINDHOEK
DRAAIRICHTING
EINDELOOS
SNELHEID
VERTRAGINGSTIJD
OPSLAAN EN TERUG
TERUG
1.
AUTO SCAN - BEGINHOEK
Om de beginhoek in te stellen, drukt u op de toets FOCUS FAR en beweegt u de
camera met behulp van de joystick naar de positie die u wilt opslaan. Druk opnieuw op
de toets FOCUS FAR om te bevestigen.
2.
AUTO SCAN – EINDHOEK
Om de eindhoek in te stellen, drukt u op de toets FOCUS FAR en beweegt u de camera
met behulp van de joystick naar de positie die u wilt opslaan. Druk opnieuw op de toets
FOCUS FAR om te bevestigen.
3.
AUTO SCAN – DRAAIRICHTING
De draairichting van de Auto Scan kan worden ingesteld:
CW: rechtsom (fabrieksinstelling)
CCW: linksom
: XXX.X.XX.X
: XXX.X.XX.X
: CW
: UIT
: 10°/S
: 03
157
FABRIEKSINSTELLINGEN