Dit zal de prestatie van het apparaat verbeteren
en het elektriciteitsverbruik reduceren.
HET REINIGEN VAN DE LUCHTKANALEN
1. Verwijder de plint (A) en daarna het
ventilatierooster (B).
2. Reinig het ventilatierooster.
3. Trek het luchtplaatje (C) er voorzichtig uit,
controleer of er geen dooiwater is
achtergebleven.
4. Maak het onderste deel van het apparaat
schoon met een stofzuiger.
HET ONTDOOIEN VAN DE KOELKAST
Rijp wordt elke keer als de compressormotor
tijdens normale werking stopt, automatisch van de
verdamper van het koelvak verwijderd. Het
dooiwater loopt via een gootje in een speciale
opvangbak aan de achterkant van het apparaat,
boven de compressormotor, waar het verdampt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WAT MOET U DOEN ALS ...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
8
C
B
A
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is uitgeschakeld.
De stekker zit niet goed in het
stopcontact.
Het is belangrijk om het afvoergaatje van het
dooiwater (F) onder de groentela regelmatig
schoon te maken, om te voorkomen dat het water
overloopt en op het voedsel in de koelkast gaat
druppelen. Gebruik daarvoor de speciale reiniger
(P), die al in het afvoergaatje zit.
F
PERIODES DAT HET APPARAAT NIET
GEBRUIKT WORDT
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen als het
apparaat gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Verwijder al het voedsel
3. Maak het apparaat en alle toebehoren schoon.
4. Laat de deur/deuren open staan om
onaangename luchtjes te voorkomen.
LET OP! Als u uw apparaat
ingeschakeld wilt laten, vraag dan
iemand om het zo nu en dan te
controleren, om te voorkomen dat het
bewaarde voedsel bederft, als de
stroom uitvalt.
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
P
Oplossing