Alto Professional STAGEDRIVE+ Guide D'utilisation Simplifié page 132

Soorten VOORINSTELLINGEN
Er zijn 3 categorieën van VOORINSTELLINGEN:
•
F = fabrieksvoorinstellingen die niet permanent kunnen worden gewijzigd. Dit zijn de uitgangspunten
voor het vanaf nul aanmaken van GEBRUIKERSVOORINSTELLINGEN en
KAARTVOORINSTELLINGEN.
•
U = GEBRUIKERSVOORINSTELLINGEN kunnen worden geprogrammeerd door gebruikers.
•
C = KAARTVOORINSTELLINGEN kunnen worden geprogrammeerd door gebruikers en opgeslagen
op een Multimedia Memory Card.
Een VOORINSTELLING laden:
• Gebruik de DRAAIKNOP om een Fabrieksvoorinstelling (aangegeven met de letter F) te selecteren en
druk op ENTER om de voorinstelling in het geheugen te laden.
Aanpassen van de ingangsversterking
Houd de STAGEDRIVE+ uitgangen in MUTE (GEDEMPT)-status (LED's aan).
1.
Stuur een signaal naar de ingang van de STAGEDRIVE+ en kijk naar de LED-meter.
2.
Voor het verkrijgen van een goed signaalniveau zorgt u ervoor dat de rode INPUT LEVEL AB CLIP
3.
(CLIPPING INGANGSNIVEAU AB)-LED niet de hele tijd oplicht.
Kom de instelling te weten van het uitgangsniveau van uw mengpaneel (of ander apparaat) en sluit
4.
hem aan op de ingang van de STAGEDRIVE+.
Pas de ingangsversterking van de STAGEDRIVE+ aan door op de MODE (MODUS)-toets te drukken
5.
tot de LED van het menu EDIT (BEWERKEN) oplicht.
Gebruik de toetsen PREV (VORIGE) en NEXT (VOLGENDE) om naar de pagina Input gain
6.
(Ingangsversterking) te navigeren:
Druk op ENTER.Het display toont de pagina's IN A GAIN of IN A&B GAIN pagina (afhankelijk van de
7.
configuratie en andere hulpprogramma's die in het geheugen zijn geladen):
Gebruik de DRAAIKNOP om de versterkingswaarde aan te passen en controleer het signaalniveau op
8.
de LED-meter tot u ideale waarden bereikt. Gebruik dan de toetsen PREV en NEXT om de pagina IN B
GAIN te bekijken (als er een is, wat afhangt van de configuratie en de andere hulpprogramma's,
geladen in het geheugen).
Een VOORINSTELLING opslaan:
Gebruik de DRAAIKNOP om een gebied te selecteren waarin de VOORINSTELLING moet opgeslagen
1.
worden en druk op ENTER.
Gebruik de toetsen
2.
alfanumerieke waarde in te voeren.
Bewerk indien gewenst de naam van de VOORINSTELLING en druk op ENTER om de wijzigingen op
3.
te slaan of druk op ESC om af te breken.
om de cursor op een karakter te plaatsen en de DRAAIKNOP om de
en
131