In-/uitschakelen
Controleer voordat u het apparaat
inschakelt of het filter (3) en de
filterhouder (2) aanwezig zijn. Zie
"Ingebruikname".
Zet indien nodig een mondstuk op
het apparaat. Zie "Mondstukken
monteren".
Inschakelen:
Schuif de aan-/uitknop (5) naar voren.
Uitschakelen:
Schuif de aan-/uitknop (5) naar achteren.
Opvangreservoir
leegmaken
Maak het opvangreservoir (1) na elk ge-
bruik leeg.
Maak het opvangreservoir leeg wanneer
het zuigvermogen daalt.
Als het opvangreservoir te vol is of als het
filter bij het natzuigen nat is geworden,
dan kan de handstofzuiger beschadigd
raken!
Het opvangreservoir leegma-
ken na het natzuigen:
Houd het opvangreservoir tij-
dens het verwijderen uit het
apparaat met het vloeistof-
mondstuk naar onderen be-
richt, anders raakt vloeistof
in het apparaat!
1. Verwijder voorzichtig het opvangreser-
voir (1) door de vergrendeltoets (4) in
te drukken en het opvangreservoir (1)
te verwijderen.
2. Trek voorzichtig het filter (3) en de filter-
houder (2) uit het opvangreservoir (1).
3. Maak het opvangreservoir (1) leeg.
4. Reinig het opvangreservoir (1) indien
nodig met een vochtige doek. Reinig
het filter (3) indien nodig zoals beschre-
ven in het hoofdstuk "Reiniging".
5. Zet de filterhouder (2) met het filter (3)
weer in het opvangreservoir (1). De
filterhouder (2) kan wegens zijn vorm
slechts in één positie in het opvangre-
servoir (1) worden gezet.
6. Breng het opvangreservoir (1) terug
aan in het apparaat. Monteer het op
de onderkant van het apparaat en laat
het vastklikken in de vergrendeling aan
de bovenkant van het apparaat.
Reiniging
Haal eerst de accu uit het ap-
paraat voordat u werkzaam-
heden aan het apparaat uit-
voert.
Gevaar voor verwondingen!
Spuit het apparaat niet
schoon met water en leg het
niet in water! Gebruik geen
bijtende schoonmaak- of
oplosmiddelen. Dat kan het
apparaat beschadigen.
• Reinig de behuizing met een droge
doek of met een borsteltje.
• Klop het filter (3) uit en reinig het met
een penseel of met perslucht.
Vervang een vervuild filter dat niet
meer kan worden gereinigd!
Zie "Reserveonderdelen/toebehoren".
• Maak na elk gebruik het opvangreser-
voir (1) leeg.
Reinig het opvangreservoir (1) met een
vochtige doek.
NL
BE
39