Onderspanningsherkenning
De accuspanning wordt voortdurend gecontroleerd. Wordt een ingestelde accuspanning niet meer bereikt
(drempelwaarde ca. 9.4 V), begint de rode LED snel te knipperen. De groene LED staat continu aan. Deze situatie
kan alleen worden verholpen door het verwijderen van de vliegaccu. Wanneer de rode LED knippert, moet u onmiddellijk
een landing voorbereiden en met het vliegen stoppen.
Als een niet volledig opgeladen accu aan de QuadroCopter wordt aangesloten, kan het eveneens tot een
onderspanningsherkenning komen en starten de motoren niet. In dit geval moet u de vliegaccu eerst
volledig opladen en vervolgens kunt u proberen om opnieuw te starten.
Als de laadeindspanning van de accu niet wordt bereikt, begint de rode LED „LED2" in snel tempo te knipperen.
Tegelijk begint de signaalgever langzaam geluidssignalen weer te geven. Land onmiddellijk nadat u deze signalen
waarneemt. Als u deze signalen negeert, ontlaadt de accu verder en begint de signaalgever in snel tempo
waarschuwingssignalen weer te geven. Als de alarmsignalen verder worden genegeerd, schakelt de Flight Control
vanaf een bepaalde spanningswaarde van de accu de motoren uit. De QuadroCopter stort dan onvermijdelijk neer.
Verlies van garantie/aansprakelijkheid!
Motorfout
De elektronica stelt een fout aan een of meerdere motoren vast. Controleer de aansluitkabel van de motoren op
kabelbreuk en een goede soldeerverbinding op de motoraandrijfplatines. Let op dat de rotoren makkelijk lopen. Let
hierbij op de voorschriften in de hoofdstukken „Montage van de rotoren" en „Onderhoud, verzorging, reparatie".
De aanwezige storingen zijn meestal niet van lange duur, maar door kortstondige omstandigheden ontstaan.
Door de accu te ontkoppelen wordt een reset uitgevoerd die in de meeste gevallen de fout elimineert.
Permanente storingen moeten ten gronde worden onderzocht. Neem bij optische meldingen van de LED's
alle voorschriften die in hoofdstuk 13 beschreven worden in acht.
155