Waarschuwing
•
Dit toestel kan uitsluitend worden gebruikt in een auto met 12 Volt gelijkstroom, negatieve aarding.
•
Ontkoppel de negatieve pool van de accu alvorens te verbinden en monteren.
•
Voorkom kortsluiting en sluit derhalve het accudraad (geel) en ontstekingsdraad (rood) niet op het
autochassis of de aardedraad (zwart) aan.
•
Isoleer niet-aangesloten draden met isolatieband om kortsluiting te voorkomen.
•
Aard dit toestel beslist op het autochassis na het monteren.
Let op
•
Laat het monteren en verbinden voor de veiligheid door een vakman uitvoeren. Raadpleeg de
auto-audiohandelaar.
•
Installeer dit toestel in de console van uw voertuig. Raak de metalen onderdelen van dit toestel
niet aan tijdens en kort na het gebruik. Metalen onderdelen zoals de warmteafvoer en behuizing
worden heet.
•
[
Verbind de
draden van de luidspreker niet met het autochassis, aardedraad (zwart) en sluit niet
in serie aan.
•
Monteer het toestel met een kleinere hoek dan 30º.
•
Indien de bedradingsbundel van uw auto geen ontstekingsaansluiting heeft, moet u het
ontstekingsdraad (rood) van de aansluiting verbinden met de aansluiting op de zekeringbox van de
auto die 12 Volt levert en door de contactsleutel wordt in- en uitgeschakeld.
•
Houd alle kabels en draden uit de buurt van metalen onderdelen die warmte afgeven.
•
Controleer na het installeren van het toestel of de remlichten, richtingaanwijzers, ruitenwissers enz.
van de auto juist functioneren.
•
Als de zekering is doorgebrand, controleer dan eerst of de draden niet het autochassis raken en
vervang vervolgens de oude zekering door een nieuwe met dezelfde stroomsterkte.
Basisprocedure
1
Haal de sleutel uit het contactslot en ontkoppel vervolgens
[
de
aansluiting van de auto-accu.
2
Verbind de draden juist.
Zie "Verbinden van draden". (
3
Installeer het toestel in de auto.
Zie "Installeren van het toestel (in-dashboard montage)".
4
[
Verbind de
aansluiting van de auto-accu.
5
Stel het toestel terug. (
14
15
)
3
)
Installeren van het toestel (in-dashboard montage)
Haak aan de bovenkant
Richt de sierplaat als afgebeeld
alvorens te bevestigen.
Verwijderen van het toestel
1
Verwijder het voorpaneel.
2
Haak de aanslagpen op de
verwijdersleutels in de gaten aan
beide kanten van de sierplaat en
trek naar u toe.
3
Steek de verwijdersleutels diep in de
uitsparingen aan iedere kant en volg
dan de pijlaanduidingen zoals rechts
afgebeeld.
15
Sluit als vereist aan. (
)
Dashboard van
uw auto
Buig de geschikte lipjes om de bevestigingshuls
goed op zijn plaats vast te zetten.