Pag. 78
A
Open de deur van de machine niet snel als het programma nog bezig is.
Dompel nooit uw blote handen in de wasoplossing.
Verwijder nooit de machinepanelen indien er niet eerst voor gezorgd is dat de machine losgekoppeld is
van het stroomopwaartse voedingsnet.
Het gespecialiseerde personeel dat de installatie en de elektrische aansluiting uitvoert is gehouden om de
gebruiker goed over de werking van het apparaat en de eventueel in acht te nemen
veiligheidsvoorschriften te informeren.
Vaatwerk dat bedekt is met waterdruppels en dat langzaam droogt,
geeft aan dat de hoeveelheid glansmiddel daaren tegen onvoldoende is.
7 cm buis = 1 g product
Apparaat zonder doseersysteem van het wasmiddel
Giet het wasmiddel in de kuip en houd daarbij de door de fabrikant
geadviseerde dosering aan. Deze hoeveelheid kan al naar gelang het
type wasmiddel van 2 tot 4 g/liter water in de kuip verschillen. Het
wasmiddel moet circa na elke 5 wasprogramma's in de door de
fabrikant van het wasmiddel geadviseerde dosering bijgevuld worden.
De hierboven aangegeven hoeveelheden gelden bij een gemiddelde
hardheid van het water van 10-20°F (Franse hardheidsgraden).
Machine met wasmiddel doseerder
Afstellingen:
Door aan de regelaar (A) te draaien wordt dus de aan-/uit tijd en dus
de hoeveelheid wasmiddel bepaald.
Door de regelaar met de wijzers van de klok mee te draaien
(rechtsom) of tegen de wijzers van de klok in te draaien (linksom)
zal de verstrekte hoeveelheid respectievelijk verminderen of
vermeerderen.
Om de afstelling te voltooien moet het resultaat van enkele
wasprogramma's worden bekeken.
LET OP!
De bak mag nooit helemaal leeg raken en ook niet bijgevuld worden
met corrosieve of onzuivere produkten.
De garantie dekt geen schade die te wijten is aan verkeerd gebruik
van het doseersysteem.
2.7
HFDST .3 AANBEVELINGEN
3.1
OVERIGE RISICO'S
NL
WASMIDDEL