Storingen opsporen
Storing
Spindelpunt kan niet
worden uitgeschoven
Spindelpunt kan
slechts tot aan bo-
demcontact worden
uitgeschoven
Gangwisseling niet
mogelijk
Spindelpunt kan niet
worden ingeschoven
Demontagewerkzaamheden t.b.v. onderhoud en
slijtageonderzoek
Vóórdat de spindelsteun van het voertuig gedemonteerd wordt, deze op
stroefheid en zichtbare beschadigingen controleren.
Demontage en montage van de steunen van en op het voertuig
dient volgens de bedienings- en montagehand-leiding van de
voertuigfabrikant te worden uitgevoerd.
Demontage van een steun met aandrijfkast (tekening –> pagina 44):
1. Module slinger met nr. 9, 10, 11, 12 en 13 demonteren;
2. Schroeven van het tandwielkastdeksel (groep 2) verwijderen;
3. Tandwielkastdeksel met lager verwijderen;
4. Onderdelen van de tandwielkast, nl.:
– slingeras, onderdeelnr. 1
– klein tandwiel, onderdeelnr. 7
– groot tandwiel met bus, onderdeelnr. 6, demonteren, ontvetten en
op slijtage controleren.
5. Afdekdop en O-ring, groep 20, demonteren;
6. Borgring van de aandrijfas, onderdeelnr. 4, respectievelijk 5 demon-
teren, delen verwijderen, ontvetten en op slijtage controleren.
NL
Oorzaak
Oplossing
Spindel of aandrijfkast
Spindelsteun
defect
repareren
Steun- of binnenbuisver-
bogen
Verkeerde gang gekozen
Lastgang vóór
Bodemcontact
kiezen
Aandrijfkast defect
Spindelsteun
repareren
Spindel of aandrijfkast
Spindelsteun
defect
repareren
Steun- of binnenbuis
verbogen
7. De onderdelen van de haakse overbrenging, nl.:
– afstandsring en lager, groep 21 en 22
– klein kegeltandwiel, onderdeelnr. 19
– groot kegeltandwiel met stift en passchijf, groep 18, demonteren,
ontvetten en op slijtage controleren.
8. De buitenbuis over de binnenbuis schuiven;
9. Lager, onderdeelnr. 8, op slijtage controleren en indien nodig verni-
euwen.
10. Borgpennen, groep 27, in de binnenbuis verwijderen;
11. De compleet gemonteerde spindel met moer en druklager, onder-
deelnr. 3, demonteren, ontvetten en op slijtage
controleren. De spindel is in orde als de moer over de gehele
slaglengte met de hand eenvoudig heen en weer kan worden ge-
draaid. Er mogen geen zichtbare beschadigingen zijn aan zowel de
spindel als de moer.
Versleten en beschadigde onderdelen vernieuwen. Alleen
originele onderdelen monteren.
Nadat de steun gerepareerd en gemonteerd is, de steun smeren
volgens onderhoudsvoorschrift.
Montage van de steun in omgekeerde volgorde.
Na montage de steun testen.
Bij demontage en montage van een spindelsteun zonder tandwielkast
vervalt punt 1-4.
9. AFVOER AAN hET EINDE VAN DE LEVENSDuuR
Apparaat en materialen volgens de milieuregels afvoere.
– 38 –