1. GEBRuIKERSGROEPEN
Taken
Bediener
Bediening, visuele
controle
Vakperso-
Aanbouwen, slopen,
neel
reparatie, onderhoud
Keuringen
2. VEILIGhEIDSINSTRucTIES
Voor de bediening, onderhoud, montage en reparatie dienen alle punten
m.b.t. veiligheid zoals beschreven in de bedieningshandleiding in acht te
worden genomen. De veiligheidsvoorschriften m.b.t. het trekkende voer-
tuig en de oplegger/aanhanger blijven van kracht.
Na zorgvuldige inbouw dient de functie van de steun gecontroleerd te
worden. Bij oneigenlijk gebruik kunnen zeer gevaarlijke situaties ontstaan.
Het rijden met beschadigde spindelsteunen is verboden.
Alle voorschriften m.b.t. het wegverkeer, de veiligheid, alsmede de ver-
zekeringsvoorschriften voor ongevallenpreventie dienen in acht geno-
men te worden, in het bijzonder:
z Bedieningshandleiding van het trekkende voertuig
z Bedieningshandleiding van de oplegger/aanhanger
z DGUV-V 54 m.b.t. lieren hef- en trekwerktuigen
z DGUV-V 70 m.b.t. voertuigen
z DGUV-V 68 vloertransportmiddelen voor intern transport
z DGUV voorschriften "voertuigen".
Maat -constructieve wijzigingen voorbehouden.
Voor overige toepassingen dient met de fabrikant overlegd te worden.
– Hijstoestel en last tijdens alle bewegingen in de gaten houden.
– Last niet in geheven toestand onbewaakt laten.
– Apparaat slag- en stootvrij transporteren, beveiligen tegen omvallen
of kantelen.
– Maximale belasting niet hoger is dan!
– Niet toegestaan zijn het transporteren van personen.
– Niet toegestaan zijn dat personen zich ophouden in, op of onder de
geheven last zonder aanvullende beveiligingen.
Aanwijzigen ter voorkoming van gevaarlijke situaties
worden met dit teken aangeduid.
Kwalificatie
Instructie aan de hand van de
bedieningshandleiding; bevoegde
persoon
Mechanisch monteur
Bevoegde persoon volgens TRBS-
1203 (deskundige)
Gebruik volgens de voorschriften
De haacon spindelsteuninrichting is bedoeld voor montage aan een oplegger.
Ze dienen voor het steunen van de afgekoppelde aanhangwagen en de
hoogteverstelling ervan tijdens de koppelprocedure. Het is geen zelf-
standig opererend apparaat. Ingebruikname is niet toegestaan zolang
niet is vastgesteld dat het voertuig inclusief de steunen voldoet aan de in
het land van gebruik geldende verkeerswetten en -regels.
De steuninrichting mag alleen in gebruik worden genomen als dit vol-
gens de bedieningshandleiding van het trekkende voertuig, de opleg-
ger/aanhanger en de steuninrichting zelf geen problemen oplevert.
De spindelsteuninrichting
– Volgens de gegevens in deze gebruiksaanwijzing gebruiken.
– Alleen in technisch probleemloze toestand gebruiken.
– Bediening alleen door geïnstrueerd personeel.
– Apparaat alleen gebruiken op een ondergrond met voldoende draagvermogen.
Veiligheidsbewust werken
– Eerst gebruiksaanwijzing lezen.
– Altijd veiligheids- en gevarenbewust werken.
– Schade en gebreken direct aan de verantwoordelijke melden.
– Toestel eerst repareren, daarna verder werken!
Niet toegestaan zijn:
– Overbelasting (–> technische gegevens, type-/draaglastplaatje)
– Personen onder de afgesteunde last.
– Machinale aandrijving.
– Stoten, schokken.
Verboden gebruik
– Niet geschikt voor duurbedrijf en trilbelastingen.
– Niet goedgekeurd voor explosiegevaarlijke zones.
– Niet geschikt voor agressieve omgevingen.
– Niet geschikt voor het hijsen van gevaarlijke lasten.
Organisatorische maatregelen
– Parkeerlocatie vrijhouden van personen en hindernissen.
– Waarborgen dat deze gebruiksaanwijzing altijd beschikbaar is.
– Waarborgen dat alleen geschoold personeel met het apparaat werkt.
– Regelmatig controleren of veiligheids- en gevarenbewust wordt gewerkt.
Overige voorschriften die moeten worden opgevolgd
– Bedrijfsveiligheidsverordening.
– Landspecifieke voorschriften.
– Ongevalpreventievoorschrift.
– 33 –
NL