5. Stel de steekbreedtehendel in.
- Band: tussen "3" en "4"
- Elastiek: "4"
6. Stel de persstelknop 2 in
- op "0" bij het naaien met band.
- op het gewenste aantal plooien bij het naaien
met elastiek.
OPMERKING:
De plooien nemen toe bij een groter aantal.
7. Naai een proefl apje en stel de draadspanning
in. Voorbeeld van een goede naainaad:
<A>
<B>
<A> Goede kant
<B> Band
<C> Goede kant
<D> Elastiek
OPMERKING:
Draadspanningen zijn hetzelfde als bij normaal
omzomen bij het naaien met stroken.
Het wordt aanbevolen om voor een mooie afwerking
een grotere spanning te hebben bij de onder- en
bovengrijper.
Er wordt geadviseerd voor elke stof/draad een
proefl apje te naaien vanwege de verschillende manier
van plooien.
Parelvoet
Functies
Met de parelvoet kunt u stof met parels bestikken.
Het is handig voor de versierde zijde van een
gordijn, tafelkleed, jurk enz. Met deze voet kunnen
parels van 3 mm tot 5 mm worden genaaid.
Voorbereiding
1. Verwijder het mesje (zie HOOFDSTUK 1 "Mesje
verwijderen").
2. Bevestig de parelvoet (zie HOOFDSTUK 1
"Persvoet bevestigen/verwijderen").
3. Stel de machine in op driedraads overlocksteek
met één naald in de linkerpositie
De rechternaald moet verwijderd worden.
Machine controleren
1. Stel de steeklengte in zoals bij <A> of <B>. Een
2. Stel de steekbreedte in op 3 tot 5 mm.
3. Stel de draadspanning als volgt in:
<C>
Stof en parel instellen
<D>
1. Vouw de stof volgens de lijn voor
2. Voer de stof in op het punt waar de naald
3. Stel met de schroef 2 de ruimte tussen de
4. Breng de parel via de geleider precies voor de
Proefl apje naaien
1. Naai door met de hand aan het handwiel te
2. Naai met een lage snelheid, waarbij de parel en
3. Leg zowel aan het begin als aan het eind een
OPMERKING:
De draadspanning kan gemakkelijk verlaagd worden,
vooral voor kleine parels. Verwijder de verstelbare
steektong voor betere steken.
steeklengte van bijvoorbeeld 4 mm betekent 4
mm voor <A> of <B>.
<A>
<B>
Naalddraad: iets lager
Bovengrijperdraad: iets lager
Ondergrijperdraad: iets lager
1 ~ 1.5mm
1
parelbewerking.
omlaag gaat, waarbij de gevouwen zijde zich
tegen de geleider 1 bevindt.
gevouwen zijde en de naald in, zodat deze 1
mm tot 1,5 mm wordt.
geleidertunnel 3.
draaien tot de parel uit de tunnel komt.
de stof met de hand geleid worden.
knoop in de draad.
<A>
<B>
2
3
67