HOOFDSTUK 6
PROBLEMEN OPLOSSEN
Deze naaimachine is ontwikkeld voor probleemloos gebruik. In de onderstaande tabel worden echter
problemen opgesomd die kunnen optreden als de standaardinstellingen niet correct worden uitgevoerd.
Probleem
1. Geen transport
2. Naalden breken
3. Draden breken
4. Overgeslagen steken
5. Geen gelijkmatige steken
6. Stof trekt samen
62
Oorzaak
Persvoetdruk te laag
1. Verbogen naalden of stompe
naaldpunt
2. Verkeerd aangebrachte naalden
3. Met te veel kracht aan de stof
getrokken
1. Verkeerd ingeregen
2. Draad in de knoop
3. Draadspanning te hoog
4. Verkeerd aangebrachte naalden
5. Verkeerde naald
1. Verbogen naald of stompe naaldpunt Vervang door een nieuwe naald.
2. Verkeerd aangebrachte naald
3. Verkeerde naald
4. Verkeerd ingeregen
5. Persvoetdruk te laag
Draadspanningen zijn niet correct
ingesteld
1. Draadspanning te hoog
2. Verkeerd ingeregen of draad in de
knoop
Oplossing
Draai de stelschroef voor de
persvoetdruk rechtsom om de
persvoetdruk te verhogen.
(Zie pagina 45.)
Vervang door een nieuwe naald.
(Zie pagina 49.)
Breng naalden correct aan.
(Zie pagina 49.)
Niet te hard tegen de stof duwen of
eraan trekken tijdens
het naaien.
Rijg op de juiste manier in.
(Zie pagina 51-54.)
Controleer klospen, draadhouders
enz. en verwijder in de knoop geraakte
draad.
Pas de draadspanning aan.
(Zie pagina 46-48.)
Breng naalden correct aan.
(Zie pagina 49.)
Gebruik correcte naald.
130/705H - aanbevolen
(zie pagina 49.)
(Zie pagina 49.)
Breng naald correct aan.
(Zie pagina 49.)
Gebruik correcte naald.
130/705H - aanbevolen
(zie pagina 49.)
Rijg op de juiste manier in.
(Zie pagina 51-54.)
Draai de stelschroef voor de
persvoetdruk rechtsom om de
persvoetdruk te verhogen.
(Zie pagina 45.)
Pas de draadspanning aan.
(Zie pagina 46-48.)
Verlaag de draadspanning tijdens het
naaien van lichte of dunne stof.
(Zie pagina 46-48.)
Rijg op de juiste manier in.
(Zie pagina 51-54.)