Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
→
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering in het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
→
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar-
door langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
Fast-Freeze is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Fast-Cool is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
De inverter knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose LED uitgevoerd.
→
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
→
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van de koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt.
→
Bij ingeschakelde Fast-Freeze, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver-
mogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
→
Bij ingeschakelde Fast-Cool, nieuw opgeslagen levensmid-
delen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen
automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
→
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Vibratiegeluiden.
→
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor
worden aangrenzende meubels of voorwerpen door de
lopende koelaggregaat in vibratie gezet.
u Flessen en containers uit elkaar zetten.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F5.
→
Het betreft een storing.
Contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: nA
→
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra
de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer
verder met de laatste temperatuurinstelling.
Fig. 2 (1) indrukken.
u Toets Alarm
w In de temperatuurdisplay wordt voor ca. 60 s de warmste
temperatuur aangegeven, die tijdens de stroomuitval werd
bereikt. Daarna geeft de elektronica weer de daadwerkelijke
vriestemperatuur aan.
u Aanduiding van de warmste temperatuur voortijdig wissen:
Fig. 2 (1) indrukken.
toets Alarm
u De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid-
delen niet meer opnieuw invriezen.
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
→
Niet voldoende be- en ontluchting.
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2) .
u
→
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst. (zie Onderhoud).
→
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder FastFreeze
opgeslagen.
Oplossing: (zie 5.7.4)
u
→
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer na 24 u.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
→
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
→
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit.
→
De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische
Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of
repareren.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door laserstraling klasse 1M.
u Kijk niet naar binnen als de afdekking open is.
8 Afzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
u Om het volledige apparaat uit te schakelen, moet u alleen
het vriesgedeelte uitschakelen.
8.1.1 Vriesgedeelte uitschakelen
u Toets On/Off vriesgedeelte
w De temperatuurdisplays zijn uit. Het apparaat is uitgescha-
keld.
8.1.2 Koel- met Climat-Freshbox-gedeelte
uitschakelen
Fig. 2 (11) ca. 2 sec. indrukken.
u Toets On/Off koelgedeelte
w Het temperatuurdisplay koelgedeelte
en Climat-Freshbox-gedeelte zijn uitgeschakeld.
8.2 Buiten werking stellen
u Apparaat leegmaken.
Afzetten
Fig. 2 (3) ca. 2 sec. indrukken.
Fig. 2 (7) is uit. Koel-
15