BEDIENING
Beschrijving
6
4
5
7
10
8 9
Ontsteken en instellen
2
3
4
1
2
4
3
5
6
1
Lees voor gebruik eerst de separate
veiligheidsinstructies!
2
3
2
1
1. Zone aanduiding
2. 0-stand
3. Volstand
4. Kleinstand
5. Wokstand (wokbrander)
6. Braadstand (wokbrander)
Elke brander kan traploos worden geregeld tussen vol- en kleinstand.
• Druk de bedieningsknop in en draai deze linksom. De brander ontsteekt.
• Houd de bedieningsknop minimaal 3 seconden volledig ingedrukt
tussen volstand en kleinstand. De thermokoppelbeveiliging is
geactiveerd.
• Verdraai, indien gewenst, de schakelring van de wok naar de
braadstand (6). De binnenring (wokstand) dooft en de buitenring
(braadstand) brandt.
• De wokbrander schakelt automatisch terug naar de wokstand als de
bedieningsknop van de wokbrander naar de 0-stand wordt gedraaid.
Tijdens het koken kan overgestapt worden van wokstand naar braadstand
of andersom.
Let op! Als de bedieningsknop op de uitstand (0-stand) staat kan de
schakelring niet op braadstand worden gezet. Bij het terugdraaien van de
knop deze helemaal tot de 0 stand draaien!
1. sterkbrander
2. normaalbrander
3. sudderbrander
4. wokbrander
5. pandrager
6. glasplaat of RVS-vangschaal
7. timer (optie)
8. noodstop (optie)
9. schakelring wok
10. bedieningsknop
NL 3