Gereedschap-/accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap/de accu wordt bediend op een
manier waarop een abnormaal hoge stroomsterkte wordt
getrokken, stopt het gereedschap automatisch. Wanneer dat
gebeurt, schakelt u het gereedschap uit en stopt u de toepas-
sing die ertoe leidde dat het gereedschap oververhit raakte.
Schakel vervolgens het gereedschap in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap/de accu oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch. Laat in deze situatie het gereedschap/
de accu afkoelen voordat u het gereedschap weer inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
Beveiliging tegen andere oorzaken
Het beveiligingssysteem is ook ontworpen voor andere
oorzaken die het gereedschap kunnen beschadigen,
en zorgt ervoor dat het gereedschap automatisch stopt.
Voer alle volgende stappen uit om de oorzaken op te
heffen, wanneer het gereedschap tijdelijk is onderbro-
ken of tijdens het gebruik is gestopt.
1.
Schakel het gereedschap uit en schakel het
daarna weer in om het opnieuw te starten.
2.
Laad de accu('s) op of vervang hem/ze door (een)
opgeladen accu('s).
3.
Laat het gereedschap en de accu('s) afkoelen.
Als geen verbetering optreedt nadat het beveiligingssysteem is
gereset, neemt u contact op met uw lokale Makita-servicecentrum.
Aan-uitknop
WAARSCHUWING:
schap niet wordt gebruikt, schakelt u het gereed-
schap uit en zet u de omkeerschakelaar in de neu-
trale stand om de trekker te kunnen vergrendelen.
Verzeker u er altijd van dat de aan-uitlamp uitgaat
nadat u het gereedschap hebt uitgeschakeld.
Om het gereedschap standby te zetten, drukt u op de
aan-uitknop tot de aan-uitlamp gaat branden. Om uit te
schakelen, drukt u nogmaals op de aan-uitknop.
► Fig.6: 1. Aan-uitknop 2. Aan-uitlamp
OPMERKING: Dit gereedschap maakt gebruik van
de automatische uitschakelfunctie. Om onbedoeld
starten te voorkomen wordt de hoofdschakelaar auto-
matisch uitgeschakeld wanneer de trekkerschakelaar
niet wordt ingeknepen gedurende ongeveer 5 minu-
ten nadat de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Wanneer het gereed-
De trekkerschakelaar gebruiken
LET OP:
Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand "OFF".
► Fig.7: 1. Trekkerschakelaar
Om het gereedschap te starten, knijpt u de trekkerscha-
kelaar in terwijl de hoofdschakelaar is ingeschakeld.
Hoe harder u de trekkerschakelaar inknijpt, hoe sneller
het gereedschap draait. Laat de trekkerschakelaar los
om het gereedschap te stoppen.
OPMERKING: Het gereedschap stopt automatisch
wanneer u de trekkerschakelaar gedurende ongeveer
6 minuten ingeknepen houdt.
De lamp op de voorkant gebruiken
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
► Fig.8: 1. Lamp
Knijp de trekkerschakelaar in om de lamp in te schake-
len. De lamp blijft branden zo lang de trekkerschakelaar
wordt ingeknepen. Ongeveer 10 seconden nadat u de
trekkerschakelaar hebt losgelaten, gaat de lamp uit.
OPMERKING: Wanneer het gereedschap oververhit
is, stopt het gereedschap automatisch en begint de
lamp te knipperen. Laat in dat geval de trekkerscha-
kelaar los. De lamp gaat na 5 minuut uit.
OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
De omkeerschakelaar bedienen
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen. Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
LET OP:
Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de schakelhendel niet worden ingeknepen.
► Fig.9: 1. Omkeerschakelaar
40 NEDERLANDS