VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Veiligheidsvoorschriften
32
Opstelling, instelling
Laat voor uw eigen veiligheid de
installatie, onderhouds- en herstellings-
werkzaamheden alsmede de eerste
ingebruikname door een erkend instal-
lateur uitvoeren. Deze is tevens verant-
woordelijk voor de controle en eventu-
ele herstellingen alsmede wijzigingen
van de gasdruk.
Gasreuk
Handel bij gasreuk als volgt :
•
doe geen licht aan of uit en gebruik
geen andere elektrische schake-
laars
•
gebruik geen telefoon in de nabije
omgeving
•
gebruik geen vuur (bijv. aanstekers,
lucifers) in de nabije omgeving
•
niet roken
•
de gaskraan sluiten
•
ramen en deuren openen
•
de gasmaatschappij of een erkend
installateur verwittigen
Wijzigingen
Wijzig zelf niets aan of in:
•
de geiser
•
de toevoerleidingen
•
de afvoerleidingen
•
verzegelde of met verf gekenmerkte
onderdelen (uitsluitend een erkend
installateur of de technieker van
Vaillant mag hier aan werken)
Het verbod op wijzigingen geldt ook
voor bouwkundige voorzieningen in
de nabijheid van het toestel die de
veilige werking van het toestel nadelig
kunnen beïnvloeden.
Voorbeelden hiervoor zijn:
•
hoge- en lage ventilatieroosters in
deuren, plafonds, ramen en wan-
den mogen niet afgesloten worden.
Bedek bijvoorbeeld geen ventila-
tieroosters met kledingstukken. Bij
het leggen van nieuwe een vloerbe-
dekking mogen de ventilatieroosters
aan de onderkant van de deuren
niet afgesloten of verkleind worden.
•
De ongehinderde toevoer van lucht
naar het apparaat mag niet beïn-
vloed worden. Let hier in het bijzon-
der op bij het neerzetten van
kasten, schappen e.d. onder het
apparaat. Er gelden voorschriften
voor het plaatsen van het apparaat
in een kast. Informeer hiernaar bij
Uw installateur.
•
Openingen voor de toevoer en
afvoer van lucht moeten vrijgehou-
den worden. Let erop dat bijv. het
afdichten van openingen tijdens
werkzaamheden nadien weer vrij
gemaakt worden.
•
De geiser MAG mag niet in een
ruimte geïnstalleerd worden waar
andere toestellen lucht afzuigen met
behulp van ventilatoren, zonder de
nodige aanpassingen van de venti-
latieroosters zijn doorgevoerd (bijv.
dampkappen, wasdrogers).
•
Bij de inbouw van dubbele begla-
zing moet U in samenspraak met
uw installateur ervoor zorgen dat
de toevoer van voldoende verbran-
dingslucht naar het apparaat gega-
randeerd blijft.
Voor wijzigingen aan het toestel of
in de nabijheid daarvan moet in ieder
geval een erkende installateur geraad-
pleegd worden.