PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Probleem
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
Er klinkt een geluidssignaal en
de kookplaat wordt uitgescha-
keld.
Er weerklinkt een geluidssig-
naal als de kookplaat uit staat.
De kookplaat schakelt uit.
Het indicatielampje van rest-
warmte gaat niet aan.
De tiptoetsen worden warm.
gaat branden.
gaat branden.
Mogelijke oorzaak
De kookplaat is niet aangeslo-
ten op een stopcontact of is
niet goed geïnstalleerd.
De zekering is doorgeslagen.
U hebt twee of meer tiptoetsen
tegelijk aangeraakt.
Er ligt water of er zitten vet-
spatten op het bedieningspa-
neel.
U hebt een of meer tiptoetsen
afgedekt.
U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
De zone is niet heet, omdat hij
slechts kortstondig is gebruikt.
Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
De automatische uitschakeling
is in werking getreden.
De functie kinderbeveiliging is
in werking.
Oplossing
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
elektriciteitsnet. Raadpleeg het
aansluitingsschema.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact op
met een erkende installateur.
Schakel de kookplaat opnieuw
in en stel de kookstand binnen
10 seconden in.
Raak slechts één tiptoets tege-
lijk aan.
Reinig het bedieningspaneel.
Verwijder het voorwerp van de
tiptoetsen.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Als het lang duurt alvorens de
zone voldoende heet is, neem
dan contact op met de klan-
tenservice.
Plaats groter kookgerei op de
achterste zones indien moge-
lijk.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
Raadpleeg het hoofdstuk 'Da-
gelijks gebruik'.
9